Cookies help us deliver our services. By using our services, you agree to our use of cookies.

Hoogenergetisch trauma


Een van de ongevallen waarbij het ongevalsmechanisme een belangrijke rol speelt is het hoogenergetisch trauma, ofwel het HET. Hierbij is sprake van een ongevalstype waarbij een grote overdracht van energie heeft plaatsgevonden op het slachtoffer, of op het voertuig waar het slachtoffer in zit.

Bij ongevalsmechanismen waarbij een grote overdracht van energie plaatsvindt kan men denken aan:

  • Val van 2-3x hoger dan de lichaamslengte van het slachtoffer
  • Aanrijding van een voetganger met een voertuig met een snelheid groter dan 10 km/h
  • Aanrijding in een voertuig met een snelheid groter dan 35 km/h, zonder gordel
  • Aanrijding in een voertuig met een snelheid groter dan 45km/h, met gordel
  • Een ster in de voorruit, veroorzaakt door de inzittende
  • Over de kop geslagen voertuig
  • Uit een voertuig geslingerd slachtoffer
  • Vrijgekomen airbags
  • Ernstige schade aan buitenzijde van het voertuig



In de acute geneeskunde wordt er onderscheid gemaakt tussen een hoogengergetisch trauma en een laagenergetisch trauma. Zoals beschreven is er bij een HET sprake van een grote overdracht van energie op het slachtoffer. Belangrijk is om je te realiseren dat bij energie-overdracht meerdere factoren een rol spelen, immers: de formule van kinetische energie is: 1/2 x massa x snelheid2 ofwel 1/2mv2. Dit betekent dat ook een ongeval met een vrachtauto die met een snelheid van 10 km/uur een ongeval veroorzaakt kan worden beschouwd als een HET, omdat de vrachtauto een grote massa bezit en er bij het ongeval dus veel energie wordt overgebracht.

Een wielrenner van 80 kilogram die met 60 km/h een boom raakt is dus net zo goed een HET als de vrachtauto die met 15 km/h een boom raakt. Hetzelfde geldt voor een voetganger die wordt aangereden; de impact van een fiets is (in de meeste gevallen) een LET, terwijl de aanrijding door een auto met 30 km/h al een HET is.

Bij een val van hoogte kan men de volgende vuistregel aanhouden: een val van een hoogte die 2-3 maal groter is dan de lichaamslengte van het slachtoffer kan worden beschouwd als een HET. Houdt er bij kleine kinderen dus rekening mee dat een val van een commode al een HET kan zijn! Wanneer een slachtoffer bij het sporten ‘door zijn enkel gaat’, is er sprake van een LET. Het verschil tussen LET en HET is dat bij de hoogenergetische traumata de inwerkende energie veel groter is en de verplaatsingen over de gewrichtsvlakken groter, waardoor er meer en ernstiger weefselschade ontstaat. Bij een HET is het risico dat het slachtoffer fracturen of andere letsels heeft opgelopen dus groter; ook bij de wervels.