Cookies help us deliver our services. By using our services, you agree to our use of cookies.

Hechtingen

Versie door Pim (Overleg | bijdragen) op 26 sep 2011 om 21:35

Auteur: Pim / Supervisor: Pim / Co-auteur: {{{coauthor}}} / Niveau: Gevorderd / Paginastatus: Concept. Laatste bewerking: Pim. Zie ook Handleiding.

Eerste Hulp Wiki zoekt schrijvers! Schrijf jij ook mee?

Voorbehouden of risicovolle handeling
Deze vaardigheid valt onder de voorbehouden of risicovolle handelingen. Deze valt niet binnen de standaard vaardigheden van de Eerste Hulp.
Een wond voor en na het hechten. Techniek: staande hechting. Bron: Wikipedia/Jeanne Oostdyk
Een wond met Donati hechtingen. Bron: Wikipedia/Onderwijsgek

Sommige wonden zijn dusdanig groot of diep dat zij niet spontaan genezen of functioneel of cosmetisch niet tot een acceptabele genezing leiden.. Zij moeten dan door een arts doormiddel van hechten gesloten worden. Bij hechten worden de wondranden doormiddel van speciaal hechtdraad en naald naar elkaar toegebracht en gesloten. Dit zorgt voor een snellere genezing en minder vorming van littekenweefsel. Hechten is een voorbehouden handeling en mag alleen door een arts worden uitgevoerd.

Inhoud

Hechtwonden

  • Wonden die mogelijk gehecht of gelijmd moeten worden:
    • Snijwonden groter dan 1 centimeter, waarbij dieper gelegen structuren (zoals vetweefsel, pezen en spieren) zichtbaar zijn en de wondranden niet eenvoudig naar elkaar toe te brengen zijn.
    • Wonden in het gelaat. Deze kunnen door de grotere spanning van de huid op het hoofd cosmetisch lelijke littekens geven.
  • Diepe wonden, wonden waarbij de bodem van de wond niet zichtbaar is en waarbij mogelijk onderliggende structuren beschadigd zijn.
  • Vuile wonden, veroorzaakt door beten van mens en dier, door een (vies) vleesmes, of met veel straatvuil (deze worden in verband met risico op infectie niet altijd gehecht).
  • Grote (en diepe) wonden over gewrichten, waarbij in het genezingsproces het risico staat op contractuurvorming (dwangstand van een gewricht door littekenvorming).

Hechttechnieken

Normale 'staande' hechting

De normal of 'staande' hechting is de meest gebruikte techniek waarbij de draad enkelvoudig door de huid gestoken wordt met de naald. De huid wordt bijeengetrokken door het aanleggen van een chirurgische knoop.

Donati hechting

Bij grote wonden waarvan de wondranden flink wijken kan gebruik worden gemaakt van een speciaal type hechting, namelijk de 'Donati'-techniek. Deze hechting gaat tweemaal door de huid heen waardoor de hechting sterker is en meer spanning kan verdragen. De draad wordt eerst diep doorgestoken naar de andere zijde van de wond, komt boven de huid en gaat dan oppervlakkig in de bovenste huidlagen terug naar de beginzijde.

Nietjes/krammetjes

Behalve met naald en draad kan ook gehecht worden met nietjes of krammetjes. Na veel operaties is dit gebruikelijk omdat het een relatief snelle techniek is waarmee grote wonden vlot gesloten worden. Het geeft relatief weinig littekenreactie.

Oplosbaar vs niet-oplosbaar

Er zijn twee typen hechtdraad die gebruikt worden: de oplosbare draad en de niet-oplosbare draad. Voor het hechten van huidwonden wordt op meeste Spoedeisende hulp afdelingen gebruik gemaakt van niet-oplosbaar hechtmateriaal (vaak blauw of zwart van kleur). Niet oplosbare hechtingen zijn sterker en geven minder littekenreactie vergeleken met oplosbare hechtingen. Bij het sluiten van operatiewonden wordt soms wel gebruik gemaakt van oplosbare hechtingen, soms wordt er dan ook in de huid gehecht waarbij de draad niet te zien is. Voor het hechten van slijmvliezen, zoals in de lip of mond wordt meestal ook gebruik gemaakt van oplosbare hechtingen. Niet-oplosbare hechtingen moeten door een verpleegkundige of arts verwijderd worden. Afhankelijk van de plaats van de hechtingen is dat binnen 5 tot 10 dagen.