Cookies help us deliver our services. By using our services, you agree to our use of cookies.

Niet-reanimerenpenning

Versie door Pim (Overleg | bijdragen) op 1 okt 2011 om 19:12

Niet-reanimerenpenning van de NVVE [1].

De Niet-reanimerenpenning is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor en Vrijwillig Levensuiteinde (NVVE) [2] en is een rechtsgeldig, door de overheid erkende, uiting van de wens om niet gereanimeerd te willen worden. De wet ziet de penning als en geldige wilsverklaring. De penning is voorzien van een naam, geboortedatum foto en handtekening van de drager en kan via de NVVE besteld worden. De penning wordt om de hals gedragen, zodat deze bij een reanimatie opvalt en er niet haar gezocht hoeft te worden.

In de nieuwe reanimatierichtlijnen van 2010 [3] heeft de Nederlandse Reanimatieraad ook een statement opgenomen over de niet-reanimerenpenning.

IN 2011 is er door de Nederlandse Reanimatie Raad een nieuwe aanvullende richtlijn ten aanzien van het stoppen van reanimatie uitgebracht. [4]

Statement NRR De niet-reanimeren verklaring
Een niet-reanimerenverklaring kan door een persoon worden opgesteld en als deze aan een aantal eisen voldoet (handgeschreven, ondertekend, van een geboortedatum en van de datum van ondertekening voorzien) mag wor- den aangenomen dat deze de wens van de betrokkene weergeeft. De Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) verstrekt sinds najaar 2007 een niet-reanimerenpenning. Deze penning, gedragen aan een halskettinkje, is voorzien van een pasfoto, de naam, de geboorte- datum en de handtekening van de eigenaar. Deze penning heeft dezelfde betekenis als een wilsverklaring op papier en dient gerespecteerd te worden. Een reanimatiepoging hoeft niet te worden ondernomen als vóór aanvang duidelijk is dat de patiënt een rechtsgeldige niet-reanimatieverklaring heeft. Maar leekhulpverleners dienen bij iemand met een circulatiestilstand niet op zoek te gaan naar een wilsverklaring (geschreven verklaring dan wel niet- reanimerenpenning). Zo wordt voorkomen dat de reanimatiepoging wordt uitgesteld en de uitkomst van de reanimatie nadelig wordt beïnvloed. Vaak zal de aanwezigheid van een niet-reanimerenpenning bij aanvang van een reanimatie niet worden opgemerkt, omdat de borstkas van het slachtof- fer bij basale reanimatie niet behoeft te worden ontbloot en ook als dat wel het geval is, kan de penning onopgemerkt blijven als deze naar de nek of rug is verschoven.

Er kan met name voor de leekhulpverlener verwarring ontstaan als later tijdens de reanimatie de niet-reanimerenwens duidelijk wordt, bijvoorbeeld als de borstkas wordt ontbloot om de elektroden van de AED aan te brengen. Het kan van de leekhulpverlener niet worden gevergd dat deze zijn reanimatiepoging gaande de procedure staakt. Het besluit om op deze grond een reanimatiepoging te staken wordt overgelaten aan de professio- nele hulpverlener die naar verwachting enkele minuten later zal arriveren."

Bron: Nederlandse Reanimatie Raad, Richtlijn voor Basic Life Support 2010 [5]

Aanvullende richtlijn NRR 2011

Toelichting: stoppen van de reanimatie

Indien een reanimatie is gestart, wordt deze door leken niet gestopt tot professionele hulpverleners zijn gearriveerd die de kennis en ervaring hebben om de zinvolheid en wenselijkheid van voortzetting te beoordelen. Een advies van een toevallig passerende arts om de reanimatiepoging te stoppen wordt niet gevolgd.

Een bijzondere situatie doet zich voor als een niet-reanimerenverklaring wordt getoond of een niet- reanimerenpenning zichtbaar wordt gedurende de periode dat leekhulpverleners de reanimatie al uitvoeren, b.v. tijdens het aansluiten van een Automatische Externe Defibrillator. Er is onder deze omstandigheid geen verplichting de reanimatiepoging te stoppen omdat deze plicht uitsluitend geldt voor professionele hulpverleners (zie Hoofdstuk II.3) op grond van de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst. Het staat de leekhulpverlener(s) vrij de reanimatie voort te zetten dan wel te staken.

Bron: Starten, niet starten en stoppen van de reanimatie Een richtlijn van de Nederlandse Reanimatie Raad [6]