De flauwte of flauwvallen komt regelmatig voor en is een bekend beeld waar eerstehulpverleners regelmatig mee te maken hebben.
Inhoud
Inleiding
Voor flauwvallen worden verschillende termen gebruikt; flauwte, flauwvallen, collaps, syncope en black-out. Helaas worden deze termen niet altijd voor de juiste aandoening gebruikt en kan er daardoor spraakverwarring optreden. De medische term die de lading het beste dekt is syncope, ofwel een kortdurend verlies van het bewustzijn als gevolg van een tijdelijke onvoldoende aanvoer van bloed (en dus van zuurstof) naar de hersenen.
Er zijn vele oorzaken van een verminderde aanvoer van bloed naar de hersenen en in het geval van een flauwte of syncope zijn deze vaak onschuldig. Een flauwte wordt ook wel vasovagale collaps genoemd. Dat betekent: het parasympatische zenuwstelsel (via de nervus vagus, een zenuw) geactiveerd wordt en het sympatische zenuwstelsel geremd. Hierdoor vertraagt de hartslag en treedt er vaatverwijding op en kan er tijdelijk een daling in de bloeddruk zijn. De bloedtoevoer naar de hersenen neemt tijdelijk af en het slachtoffer verliest het bewustzijn. De oorzaak van deze reactie kan in de hersenen zelf liggen, door bijvoorbeeld een hevige schrikreactie of andere emoties.
Bij ouderen en mensen die bepaalde medicatie gebruiken kan ook een syncope optreden als gevolg van orthostatische hypotensie. Dat betekent dat er bij het opstaan of overeind komen plotseling een daling van de bloeddruk optreedt. Hypotensie betekent te lage bloeddruk. Normaal gesproken wordt deze bloeddrukdaling direct opgevangen door de baroreflex. De baroreflex komt tot stand doordat receptoren in de bloedvaten meten dat de druk daalt en geven aan het hart door dat de hartfrequentie omhoog moet om de bloeddruk op peil te houden. Blijft deze reflex om wat voor reden dan ook uit, dan zal de bloeddruk tijdelijk verder dalen en verliest het slachtoffer kortdurend het bewustzijn. Deze reflex kan onder andere verstoord zijn door veranderingen in de zenuwen, zoals bij hoger wordende leeftijd, suikerziekte of door gebruik van medicijnen. Ook wanneer er een tekort aan circulerend volume is, zoals bij uitdroging of shock kan orthostatische hypotensie optreden.
Doorgaans herstelt de bloeddruk zich snel als het slachtoffer even plat op de grond light en komt het bewustzijn ook binnen 1 minuut weer terug.
Er zijn echter meer mogelijke oorzaken die een (tijdelijk) bewustzijnsverlies kunnen veroorzaken, of hier sterk op lijken. Denk hierbij aan:
- Een hartritmestoornis die het hart (tijdelijk) belemmert om voldoende bloed rond te pompen om de bloeddruk op peil te houden.
- Een epileptische aanval, het slachtoffer is buiten bewustzijn en heeft trekkingen.
- Warmtecollaps: door extreme vaatverwijding vasodilatatie veroorzaakt door warmte krijgen de hersenen
onvoldoende bloedtoevoer en treedt een flauwte op.
Symptomen en klachten
Het belangrijkste symptoom van de flauwte of syncope is het kortdurende bewustzijnsverlies. Voordat het bewustzijnsverlies optreedt zijn er echter vaak al veranderingen aan het slachtoffer merkbaar, ook wel 'dreigende flauwte' genoemd.
Bij een dreigende flauwte voelt het slachtoffer zich vaak al niet zo lekker, voelt zich wat slap, krijgt het koud of juist warm en begint te transpireren. De huid wordt bleek en klam. Het slachtoffer voelt zich duizelig en voelt zich licht in het hoofd. Soms worden geluiden als ver weg waar genomen en kan het slachtoffer onscherp zien. Vaak zoeken mensen alvast een stoel op of gaan tegen een muur leunen. Soms geeuwen slachtoffers. In een enkel geval worden hartkloppingen gevoeld. Dat kan wat zeggen over de oorzaak, maar dat hoeft niet.
Op het moment dat het slachtoffer daadwerkelijk het bewustzijn verliest is er sprake van een syncope. Het slachtoffer wordt slap en zakt in elkaar. De spieren zijn slap. Soms draait het slachtoffer even met de ogen en in een enkel geval worden wat (enkelzijdige) trekkingen waargenomen. Het slachtoffer ziet bleek, heeft een koude klamme huid. Vaak komt het slachtoffer snel weer bij bewustzijn zodra hij plat op de grond ligt, de toevoer van bloed naar de hersenen is dan weer hersteld. Soms is het nodig om het slachtoffer aan te spreken en voorzichtig te schudden. Het slachtoffer reageert in principe op schudden. Het slachtoffer wil vaak zo snel mogelijk weer recht op gaan zitten, laat hem echter even plat liggen anders treedt opnieuw een flauwte op.
Bij een syncope wordt in principe geen tongbeet, langdurige trekkingen of urine verlies gezien.
Beschrijf duidelijk welke vragen een hulpverlener moet stellen, en welke vragen belangrijke informatie kunnen opleveren over de aard van het ziektebeeld.
Na de symptomen en klachten beschreven te hebben, worden deze overzichtelijk in een tabel geplaatst, zodat ze in één oogopslag overzien kunnen worden.
Uitvragen | Klachten | Symptomen |
---|---|---|
Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 |
Klacht 1 Klacht 2 Klacht 3 |
Symptoom 1 Symptoom 2 Symptoom 3 Symptoom 4 Symptoom 5 |
Handelen
In deze sectie wordt beschreven hoe te handelen bij het beschreven letsel of ziektebeeld. Ook hierbij eerst een tekst in verhalende vorm, waarbij eventueel wat achtergrondinformatie gegeven wordt. Daarna volgt wederom een schematisch overzicht van de behandeling.
- Stap één van de behandeling
- Stap twee van de behandeling
- Stap drie van de behandeling
- Indien dit, dan dat
- Als dat, dan dit
- Stap vier van de behandeling
Zijn er dingen die echt niet vergeten moeten worden of essentieel zijn? Dan kunnen ze nogmaals extra in een kader benoemd worden:
Essentieel, vergeet niet: |
---|
Om je aan te melden voor de Eerste Hulp Wiki! |
Overzicht Eerste Hulp
Sommige thema's zijn erg uitgebreid en er kan veel verteld worden. Om het overzicht te bewaren voor beginnende én gevorderde Eerste Hulpverleners wordt een samenvatting van ieder onderwerp in onderstaand schema gezet:
Koptekst | Ziektebeeld 1 | Ziektebeeld 2 |
---|---|---|
Situatie | Wat is er aan de hand? | Hoe is de situatie? |
Verschijnselen | Klacht 1 Klacht 2 Symptoom 1 Symptoom 2 |
Symptoom 1 Symptoom 2 Symptoom 3 |
Conclusie | Ziektebeeld 1 | Ziektebeeld 2 |
Handelen | Aanwijzing 1 Aanwijzing 2 Bel 112! Aanwijzing 4 |
Aanwijzing 1 Aanwijzing 2 Bel 112! Aanwijzing 4 |
Opmerkingen | Denk er aan om... | Doe vooral niet... |
Zoals in bovenstaand voorbeeld worden twee (of meerdere) ziektebeelden besproken. Soms is dat handig omdat ziektebeelden op elkaar lijken en het fijn is om in één schema de verschillen te zien.
Achtergrondinformatie/Verdieping
Sommige onderwerpen lenen zich voor verdieping voor gevorderde hulpverleners. Hier kan achtergrond informatie besproken worden, maar bijvoorbeeld ook:
Professionele hulpverleners
Wat doen professionele hulpverleners bij dit letsel. Let op, beschrijf hier alleen wat de mogelijkheden zijn. Diepgaande uitleg van (voorbehouden) handelingen wordt niet op prijs gesteld.
Wat zijn andere technieken
Beschrijf bijvoorbeeld welke andere technieken er mogelijk zijn, of vroeger gebruikt werden.