Bewustzijn
Het normale bewustzijn kan beschreven worden als een toestand waarin men het besef heeft van
diverse prikkels uit de omgeving en daarmee doelgericht de interactie kan aangaan, en waarin men
gedachten kan formuleren en beoordelen. In het bewustzijn wordt onderscheid gemaakt tussen de
inhoud van het bewustzijn: waarnemingen, gevoelens, gedachten en intenties; en de activering: de mate
van aandacht voor de omgeving, ook wel het bewustzijnsniveau. Zowel op het niveau van de inhoud als
de activering kan het bewustzijn gestoord zijn.
Stoornissen in het bewustzijn
Bewusteloosheid
Inleiding
Bij een sterk gedaald bewustzijn spreekt men van bewusteloosheid of coma als bij het aanspreken en
stimuleren door het toedienen van prikkels de ogen niet geopend worden, geen opdrachten worden
uitgevoerd en er geen verbale (spraak) reacties zijn. De diepte van het bewustzijn kan dan alleen nog
maar bepaald worden via bepaalde motorische reacties op pijnprikkels. Deze mate van
bewustzijnsdaling wordt meestal vastgelegd met de Glascow Coma Schaal (zie paragraaf GCS/EMV).
Bij een E1, M5, V2-score of lager (GCSD8) wordt de toestand als comateus gezien.
Pathofysiologie
Stoornissen in het bewustzijn kunnen veroorzaakt worden door stoornissen in de structuren die
betrokken zijn bij het bewustzijn. Deze stoornissen kunnen ontstaan door trauma’s, tumoren, bloedingen,
infarcten, inklemmingen, ontstekingen, metabole stoornissen, intoxicaties en epilepsie.
Symptomen en klachten
Bij coma worden bij het aanspreken en stimuleren de ogen niet geopend, worden er geen opdrachten
uitgevoerd en zijn er geen verbale reacties. Het slachtoffer reageert dus niet op aanspreken,
aanschudden of pijnprikkels. Dikwijls treedt er verslapping op van de dwarsgestreepte spieren,
waardoor het slachtoffer slap is, maar ook het gevaar ontstaat dat de tong en tongbasis achter in de
keel zakt als men op de rug ligt. Hierdoor kan een gedeeltelijke of volledige afsluiting ontstaan van de
luchtweg. Dit geeft een snurkende of afwezige ademhaling.
Handelen
In het protocol DRS. ABCDE wordt er onderscheid gemaakt tussen een slachtoffer dat wel of niet bij
bewustzijn is. Voor het bewusteloze slachtoffer is er een apart protocol. Na aankomst bij het slachtoffer
worden eerst de vitale functies gecontroleerd volgens het protocol DRS.ABC(DE).
Voor een bewusteloos slachtoffer dient altijd professionele hulp gewaarschuwd te worden en men moet
de vitale functies blijven controleren. Het is bij een comateus persoon van levensbelang de ademweg
vrij te blijven houden en ademhaling te bewaken. Door middel van de chinlift of stabiele zijligging kan de
ademweg vrij gehouden of vrijgemaakt worden. De ademhaling kan vergemakkelijkt worden door
knellende kleding los te maken. Tevens kan men bescherming bieden tegen afkoeling door het gebruik
van een deken.
Om de vitale functies van een