Cookies help us deliver our services. By using our services, you agree to our use of cookies.

Bewustzijnsstoornissen

Versie door Pim (Overleg | bijdragen) op 20 mrt 2011 om 15:21

Bewustzijn

Het normale bewustzijn kan beschreven worden als een toestand waarin men het besef heeft van

diverse prikkels uit de omgeving en daarmee doelgericht de interactie kan aangaan, en waarin men

gedachten kan formuleren en beoordelen. In het bewustzijn wordt onderscheid gemaakt tussen de

inhoud van het bewustzijn: waarnemingen, gevoelens, gedachten en intenties; en de activering: de mate

van aandacht voor de omgeving, ook wel het bewustzijnsniveau. Zowel op het niveau van de inhoud als

de activering kan het bewustzijn gestoord zijn.

Stoornissen in het bewustzijn

Bewusteloosheid

Inleiding

Bij een sterk gedaald bewustzijn spreekt men van bewusteloosheid of coma als bij het aanspreken en

stimuleren door het toedienen van prikkels de ogen niet geopend worden, geen opdrachten worden

uitgevoerd en er geen verbale (spraak) reacties zijn. De diepte van het bewustzijn kan dan alleen nog

maar bepaald worden via bepaalde motorische reacties op pijnprikkels. Deze mate van

bewustzijnsdaling wordt meestal vastgelegd met de Glascow Coma Schaal (zie paragraaf GCS/EMV).

Bij een E1, M5, V2-score of lager (GCSD8) wordt de toestand als comateus gezien.

Pathofysiologie

Stoornissen in het bewustzijn kunnen veroorzaakt worden door stoornissen in de structuren die

betrokken zijn bij het bewustzijn. Deze stoornissen kunnen ontstaan door trauma’s, tumoren, bloedingen,

infarcten, inklemmingen, ontstekingen, metabole stoornissen, intoxicaties en epilepsie.

Symptomen en klachten

Bij coma worden bij het aanspreken en stimuleren de ogen niet geopend, worden er geen opdrachten

uitgevoerd en zijn er geen verbale reacties. Het slachtoffer reageert dus niet op aanspreken,

aanschudden of pijnprikkels. Dikwijls treedt er verslapping op van de dwarsgestreepte spieren,

waardoor het slachtoffer slap is, maar ook het gevaar ontstaat dat de tong en tongbasis achter in de

keel zakt als men op de rug ligt. Hierdoor kan een gedeeltelijke of volledige afsluiting ontstaan van de

luchtweg. Dit geeft een snurkende of afwezige ademhaling.

Handelen

In het protocol DRS. ABCDE wordt er onderscheid gemaakt tussen een slachtoffer dat wel of niet bij

bewustzijn is. Voor het bewusteloze slachtoffer is er een apart protocol. Na aankomst bij het slachtoffer

worden eerst de vitale functies gecontroleerd volgens het protocol DRS.ABC(DE).

Voor een bewusteloos slachtoffer dient altijd professionele hulp gewaarschuwd te worden en men moet

de vitale functies blijven controleren. Het is bij een comateus persoon van levensbelang de ademweg

vrij te blijven houden en ademhaling te bewaken. Door middel van de chinlift of stabiele zijligging kan de

ademweg vrij gehouden of vrijgemaakt worden. De ademhaling kan vergemakkelijkt worden door

knellende kleding los te maken. Tevens kan men bescherming bieden tegen afkoeling door het gebruik

van een deken.

Om de vitale functies van een