Cookies help us deliver our services. By using our services, you agree to our use of cookies.

Reanimatie van kinderen en baby's

Versie door Pim (Overleg | bijdragen) op 14 nov 2011 om 11:34

Auteur: Pim / Supervisor: Pim / Co-auteur: {{{coauthor}}} / Niveau: Beginner/Gevorderd / Paginastatus: Niet gestart. Laatste bewerking: Pim. Zie ook Handleiding.

Eerste Hulp Wiki zoekt schrijvers! Schrijf jij ook mee?

LET OP: deze pagina is nog in bewerking en is nog niet aangepast aan de richtlijnen voor kinderreanimatie!

Reanimatie van kinderen en baby's verschilt op een aantal punten van Reanimatie van een volwassene met de AED.


Deze pagina beschrijft de uitvoering van Pediatric Basic Life Support (PBLS), ofwel de basale reanimatie van kinderen en baby's met gebruik van de Automatische Externe Defibrillator volgens de richtlijnen van de Nederlandse Reanimatie Raad van 2010. Hierbij wordt ook gebruik gemaakt van de ABC-benadering.

Inhoud

Reanimatie van een baby (<1 jaar)

Danger

  • Let op veiligheid. Ga na of de situatie veilig is voor zowel jezelf, de omstanders als de baby. Lees ook Veiligheid en Hygiëne.
  • Verplaats de baby zo nodig naar een veiligere plaats, til het kindje eventueel op om hem te verplaatsen.

Response

  • Kniel naast de baby.
  • Schud voorzichtig aan beide schouders van het slachtoffer en vraag luid en duidelijk: “Gaat het?”
  • Als de baby reageert, verleen de benodigde eerste hulp. In er sprake lijkt te zijn van een verslijking, handel dan zoals bij een luchtwegbelemmering bij baby's en kinderen
  • Als de baby niet reageert:

Shout for help

  • Indien de baby niet reageert roept je om hulp. Doe dit door duidelijk en hard HELP te roepen of om omstanders te vragen bij je te blijven. Laat de baby niet alleen.

Airway

  • Leg de baby op de rug, maak knellende kleding rond de nek en borstkas los.
  • Plaats een hand op het voorhoofd, en één vinger onder benige deel van de kin. Til de kin voorzichtig omhoog, zonder het hoofd naar achteren te kantelen. Dit is de kinlift. Let er bij baby's op dat het hoofd niet te ver naar achteren gekanteld wordt. Het hoofdje moet in een neutrale positie liggen. Dat is het gezichtsvlak evenwijdig aan de ondergrond.

Breathing

Controleer de ademhaling: terwijl je de kin lift kijk luister en voel je maximaal 10 seconden of er ademhaling aanwezig is. Zorg ervoor dat je vlak boven het hoofd van de baby bent met je oren en wang.

  • Kijk of de borstkas omhoog komt en of er adembewegingen zijn.
  • Luister aan de mond en neus of je geluid hoort.
  • Voel met je wang of er luchtstroom is.
  • Wees bedacht op agonale ademhaling (gasping), dit is géén normale ademhaling! Bij baby's trekt hierbij de borstkas vaak ook samen.
  • Als het slachtoffer niet beweegt, zijn ogen niet opent en niet of niet normaal ademt of als je twijfelt: laat 112.


  • Indien je alleen bent, geef dan eerst 5 initiële beademingen en start met het geven van borstcompressies afgewisseld met beademingen zoals onder beschreven. Ga ongeveer 1 minuut door en waarschuw dan zelf 112.
  • Indien je niet alleen bent, laat dan een omstander 112 waarschuwen.


  • Indien de AED beschikbaar komt, sluit deze dan direct aan, ongeacht waar je je in het protocol bevindt.

112 bellen

  • Als je een AED ziet en er direct bij kunt: haal deze dan.
  • Als er iemand bij je is: laat deze dan 112 bellen, duidelijk vermelden dat het om de reanimatie van een baby gaat en op zoek gaan naar een AED.
  • Als je alleen bent, neem het kind mee onderweg naar de telefoon: bel 112 en vraag naar een ambulance. Zeg dat het om een reanimatie gaat. Geef duidelijk aan waar het slachtoffer zich bevindt. Gebruik bij voorkeur je mobiele telefoon. Hang niet op voor de meldkamermedewerker zegt dat dit mag.

Initiële beademingen

  • Maak de luchtweg vrij doormiddel van de eerder beschreven kinlift
  • Neem een normale ademteug
  • Plaats je mond over mond en neus van de baby
  • Blaas rustig lucht in totdat de borstkas de baby omhoog komt. Dit is meestal een wangzak lucht. Probeer niet te veel kracht te zetten.
  • Haal de mond van het gezicht van de baby en laat hem uitademen.
  • Geef maximaal 5 beademingen. Indien een beademing niet lukt, controleer dan opnieuw of de kinlift juist is uitgevoerd en of het hoofd niet naar achteren gekanteld ligt.
  • Indien de baby beweegt en een normale ademhaling krijgt, verleen verdere eerste hulp.
  • Indien de baby niet beweegt en niet normaal gaat ademen, start met borstcompressies

Start de reanimatie

Geef borstcompresies

  • Zorg dat de baby op een harde ondergrond ligt, leg het kindje eventueel op tafel om de reanimatie te vergemakkelijken.
  • Plaats twee vingers op het midden van de borstkas, waarbij je niet onder het harde deel van het borstbeen in de buik komt..
  • Druk het borstbeen loodrecht minstens 1/3 van de diameter in (ongeveer 4 centimeter) in.
  • Laat het borstbeen volledig terugveren, maar zorg dat je vingers contact blijven houden met de borstkas.
  • Geef borstcompressies in een tempo minstens 100 keer per minuut, maximaal 120 keer per minuut.
  • Geef 15 borstcompressies en ga vervolgens verder met 2 beademingen (zie onder).

Geef 2 beademingen

  • Voer de kinlift uit: plaats een hand op het voorhoofd, en één vinger onder benige deel van de kin. Til de kin voorzichtig omhoog, zonder het hoofd naar achteren te kantelen. Let er bij baby's op dat het hoofd niet te ver naar achteren gekanteld wordt. Het hoofdje moet in een neutrale positie liggen. Dat is het gezichtsvlak evenwijdig aan de ondergrond.
  • Neem zelf een normale ademteug.
  • Plaats je mond geheel over de mond en neus van de baby.
  • Blaas rustig lucht in totdat de borstkas de baby omhoog komt. Dit is meestal een wangzak lucht. Probeer niet te veel kracht te zetten.
  • Haal de mond van het gezicht van de baby en laat hem uitademen.
  • Geef nog een beademing.
  • Begin weer met 15 compressies, gevolgd door 2 beademingen.

Indien in de tussentijd de AED beschikbaar komt, sluit deze dan aan.

Komt de helper terug vraag hem/haar om de lichten aan te doen, en de voordeur open te zetten en de ambulance op te wachten. In situaties op straat vraag je ook om hulp met de reanimatie, idealiter wissel je om de 2 minuten van hulpverlener in verband met vermoeidheid.

Gebruik de AED

Activeer de AED

  • Zet de AED aan, door op de 'aan'-knop te drukken of de klep te openen.
  • Ontbloot de borstkas van de baby. Verwijder alle bovenkleding. Onderbreek de compressies niet of zo kort mogelijk.
  • Volg nauwgezet de instructies van de AED.
  • Haal de elektroden uit de verpakking, gebruik indien aanwezig de kinderelektroden en sluit deze aan op de AED.
  • Bevestig de elektroden op de ontblote borstkas volgens de illustraties op de elektroden.
    • Volg bij kinderelektroden de illustraties op de verpakking. Soms worden de kinderelektroden geplakt zoals bij een volwassene, soms één voor op de borstkas en één achter op de rug tussen de schouderbladen.
    • Indien alleen volwassen elektroden beschikbaar: plak dan één elektrode voor op de borstkas en één achter op de rug tussen de schouderbladen.

Ritmeanalyse

  • Volg nauwgezet de instructies van de AED.
  • Zorg dat niemand de baby aanraakt als de AED het hartritme analyseert.

Schokopdracht

  • Geeft de AED een schokopdracht?
  • Bij een volautomatische AED: zorg dat iedereen afstand houdt van de baby terwijl de AED aftelt voor het geven van de schok.
  • Bij een semi-automatische AED: zorg dat iedereen afstand houdt van de baby en druk op de rode knipperende schokknop volgens aanwijzing van de AED. Kijk voor het indrukken van de knop nogmaals of niemand de baby aanraakt en zeg 'Iedereen los'! Druk vervolgens op de schokknop.

Reanimeren

  • Volg nauwgezet de instructies van de AED.
  • Begin na een schok of als de AED geen schok adviseert onmiddellijk met borstcompresies afgewisseld met beademingen, zoals boven beschreven.


Reanimatie van een kind (>1 jaar)

Danger

  • Let op veiligheid. Ga na of de situatie veilig is voor zowel jezelf, de omstanders als de baby. Lees ook Veiligheid en Hygiëne.
  • Verplaats de baby zo nodig naar een veiligere plaats, til het kindje eventueel op om hem te verplaatsen.

Response

  • Kniel naast de baby.
  • Schud voorzichtig aan beide schouders van het slachtoffer en vraag luid en duidelijk: “Gaat het?”
  • Als de baby reageert, verleen de benodigde eerste hulp. In er sprake lijkt te zijn van een verslijking, handel dan zoals bij een luchtwegbelemmering bij baby's en kinderen
  • Als de baby niet reageert:

Shout for help

  • Indien de baby niet reageert roept je om hulp. Doe dit door duidelijk en hard HELP te roepen of om omstanders te vragen bij je te blijven. Laat de baby niet alleen.

Airway

  • Leg de baby op de rug, maak knellende kleding rond de nek en borstkas los.
  • Plaats een hand op het voorhoofd, en één vinger onder benige deel van de kin. Til de kin voorzichtig omhoog, zonder het hoofd naar achteren te kantelen. Dit is de kinlift. Let er bij baby's op dat het hoofd niet te ver naar achteren gekanteld wordt. Het hoofdje moet in een neutrale positie liggen. Dat is het gezichtsvlak evenwijdig aan de ondergrond.

Breathing

Controleer de ademhaling: terwijl je de kin lift kijk luister en voel je maximaal 10 seconden of er ademhaling aanwezig is. Zorg ervoor dat je vlak boven het hoofd van de baby bent met je oren en wang.

  • Kijk of de borstkas omhoog komt en of er adembewegingen zijn.
  • Luister aan de mond en neus of je geluid hoort.
  • Voel met je wang of er luchtstroom is.
  • Wees bedacht op agonale ademhaling (gasping), dit is géén normale ademhaling! Bij baby's trekt hierbij de borstkas vaak ook samen.
  • Als het slachtoffer niet beweegt, zijn ogen niet opent en niet of niet normaal ademt of als je twijfelt: laat 112.


  • Indien je alleen bent, geef dan eerst 5 initiële beademingen en start met het geven van borstcompressies afgewisseld met beademingen zoals onder beschreven. Ga ongeveer 1 minuut door en waarschuw dan zelf 112.
  • Indien je niet alleen bent, laat dan een omstander 112 waarschuwen.


  • Indien de AED beschikbaar komt, sluit deze dan direct aan, ongeacht waar je je in het protocol bevindt.

112 bellen

  • Als je alleen bent: bel 112 en vraag naar een ambulance. Zeg dat het om een reanimatie gaat. Geef duidelijk aan waar het slachtoffer zich bevindt. Gebruik bij voorkeur je mobiele telefoon. Hang niet op voor de meldkamermedewerker zegt dat dit mag.
  • Als je een AED ziet en er direct bij kunt: haal deze dan.
  • Als er iemand bij je is: laat deze dan 112 bellen, duidelijk vermelden dat het om de reanimatie van een baby gaat en op zoek gaan naar een AED.

Initiële beademingen

  • Maak de luchtweg vrij doormiddel van de eerder beschreven kinlift
  • Neem een normale ademteug
  • Plaats je mond over mond en neus van de baby
  • Blaas rustig lucht in totdat de borstkas de baby omhoog komt. Dit is meestal een wangzak lucht. Probeer niet te veel kracht te zetten.
  • Haal de mond van het gezicht van de baby en laat hem uitademen.
  • Geef maximaal 5 beademingen. Indien een beademing niet lukt, controleer dan opnieuw of de kinlift juist is uitgevoerd en of het hoofd niet naar achteren gekanteld ligt.
  • Indien de baby beweegt en een normale ademhaling krijgt, verleen verdere eerste hulp.
  • Indien de baby niet beweegt en niet normaal gaat ademen, start met borstcompressies

Start de reanimatie

Geef borstcompresies

  • Zorg dat de baby op een harde ondergrond ligt, leg het kindje eventueel op tafel om de reanimatie te vergemakkelijken.
  • Plaats twee vingers op het midden van de borstkas, waarbij je niet onder het harde deel van het borstbeen in de buik komt..
  • Druk het borstbeen loodrecht minstens 1/3 van de diameter in (ongeveer 4 centimeter) in.
  • Laat het borstbeen volledig terugveren, maar zorg dat je vingers contact blijven houden met de borstkas.
  • Geef borstcompressies in een tempo minstens 100 keer per minuut, maximaal 120 keer per minuut.
  • Geef 15 borstcompressies en ga vervolgens verder met 2 beademingen (zie onder).

Geef 2 beademingen

  • Voer de kinlift uit: plaats een hand op het voorhoofd, en één vinger onder benige deel van de kin. Til de kin voorzichtig omhoog, zonder het hoofd naar achteren te kantelen. Let er bij baby's op dat het hoofd niet te ver naar achteren gekanteld wordt. Het hoofdje moet in een neutrale positie liggen. Dat is het gezichtsvlak evenwijdig aan de ondergrond.
  • Neem zelf een normale ademteug.
  • Plaats je mond geheel over de mond en neus van de baby.
  • Blaas rustig lucht in totdat de borstkas de baby omhoog komt. Dit is meestal een wangzak lucht. Probeer niet te veel kracht te zetten.
  • Haal de mond van het gezicht van de baby en laat hem uitademen.
  • Geef nog een beademing.
  • Begin weer met 15 compressies, gevolgd door 2 beademingen.

Indien in de tussentijd de AED beschikbaar komt, sluit deze dan aan.

Komt de helper terug vraag hem/haar om de lichten aan te doen, en de voordeur open te zetten en de ambulance op te wachten. In situaties op straat vraag je ook om hulp met de reanimatie, idealiter wissel je om de 2 minuten van hulpverlener in verband met vermoeidheid.

Gebruik de AED

Activeer de AED

  • Zet de AED aan, door op de 'aan'-knop te drukken of de klep te openen.
  • Ontbloot de borstkas van de baby. Verwijder alle bovenkleding. Onderbreek de compressies niet of zo kort mogelijk.
  • Volg nauwgezet de instructies van de AED.
  • Haal de elektroden uit de verpakking, gebruik indien aanwezig de kinderelektroden en sluit deze aan op de AED.
  • Bevestig de elektroden op de ontblote borstkas volgens de illustraties op de elektroden.
    • Volg bij kinderelektroden de illustraties op de verpakking. Soms worden de kinderelektroden geplakt zoals bij een volwassene, soms één voor op de borstkas en één achter op de rug tussen de schouderbladen.
    • Indien alleen volwassen elektroden beschikbaar: plak dan één elektrode voor op de borstkas en één achter op de rug tussen de schouderbladen.

Ritmeanalyse

  • Volg nauwgezet de instructies van de AED.
  • Zorg dat niemand de baby aanraakt als de AED het hartritme analyseert.

Schokopdracht

  • Geeft de AED een schokopdracht?
  • Bij een volautomatische AED: zorg dat iedereen afstand houdt van de baby terwijl de AED aftelt voor het geven van de schok.
  • Bij een semi-automatische AED: zorg dat iedereen afstand houdt van de baby en druk op de rode knipperende schokknop volgens aanwijzing van de AED. Kijk voor het indrukken van de knop nogmaals of niemand de baby aanraakt en zeg 'Iedereen los'! Druk vervolgens op de schokknop.

Reanimeren

  • Volg nauwgezet de instructies van de AED.
  • Begin na een schok of als de AED geen schok adviseert onmiddellijk met borstcompresies afgewisseld met beademingen, zoals boven beschreven.