Controle van de ademhaling

Controle van de ademhaling kan plaatsvinden bij een slachtoffer dat bij bewustzijn of aanspreekbaar, of bij een slachtoffer dat niet bij bewustzijn is (bewusteloos).

Controle bij een aanspreekbaar slachtoffer

• Observeer de ademhaling van het slachtoffer en kijk naar de volgende punten:
  • Hoe is de ademfrequentie? Tel het aantal ademhalingen in 1 minuut.
  • Kijk naar de diepte van de ademhaling (teugvolume): is deze normaal, oppervlakkig of diep?
  • Is er sprake van cyanose?

Controle bij een bewusteloos slachtoffer

Bij een slachtoffer dat bewusteloos is, dient men eerst de luchtweg (Airway) vrij te maken door middel van de kinlift of jawthrust voordat men de ademhaling kan controleren. Soms is het beoordelen van de ademhaling bij een bewusteloosslachtoffer erg moeilijk. Leg een slachtoffer dat op de buik ligt voor een goede controle van de ademhaling op de rug door middel van de buik-naar-rugligging, tenzij er duidelijk een goede ademhaling aanwezig is in buikligging.

• Leg het slachtoffer zo nodig op de rug (met de buik-naar-rugligging.
• Maak de luchtweg vrij doormiddel van de kinlift, kantel zo nodig het hoofd iets naar achteren (niet bij een trauma of verdenking op wervelletsel.
• Ga met je wang boven de mond van het slachtoffer hangen, met een maximale afstand van ongeveer 10 cm en kijk in de richting van de borst-buik overgang.
• Kijk, voel en luister of er een (normale) ademhaling aanwezig is:
  • Kijk of er bewegingen zijn van de borstkas en bovenbuik die kunnen passen bij ademhaling.
  • Voel of er een luchtstroom is bij de mond en neus van het slachtoffer.
  • Luister of er geluiden zijn die passen bij een normale ademhaling.

Wees er op bedacht dat er sprake kan zijn van een agonale ademhaling of gasping, dit is geen normale ademhaling. Indien er geen ademhaling gevonden wordt, controleer dan eventueel of de kinlift juist is uitgevoerd. Indien er geen ademhaling aanwezig is, waarschuw 112 en start reanimatie.