Auteur: Wikipedia/Pim / Supervisor: Pim / Co-auteur: {{{coauthor}}} / Niveau: Gevorderd / Paginastatus: Incompleet. Laatste bewerking: Pim. Zie ook Handleiding. Eerste Hulp Wiki zoekt schrijvers! Schrijf jij ook mee? |
Bronvermelding |
---|
De tekst op deze pagina is afkomstig van Wikipedia en kan bewerkt zijn. |
Ventrikelfibrilleren (ook wel kamerfibrilleren of VF genoemd) is een toestand waarbij de spiervezels van de hartkamers wel samentrekken, maar niet langer gecoördineerd zoals bij een sinusritme, zodat er geen pompfunctie bestaat en de circulatie tot stilstand komt. Hierdoor is er geen bloeddoorstroming meer en treedt zuurstoftekort in de weefsels en organen. Hierdoor verliest het slachtoffer binnen 10-15 seconden na het ontstaan van het ventrikelfibrilleren het bewustzijn, en zal, als er niet wordt ingegrepen, binnen ca. 5 minuten onherstelbare hersenbeschadiging optreden, en na meer dan 10 minuten vrijwel zeker de dood intreden.
De enige manier om ventrikelfibrilleren op te heffen is door een geforceerde elektrische schok toe te dienen aan het hart, een handeling die defibrillatie genoemd wordt. Deze elektrische schok zorgt ervoor dat alle hartspiercellen als het ware 'gereset' worden en waardoor (bij een succesvolle schok) de sinusknoop het normale hartritme weer oppakt. Om deze elektrische schok toe te dien wordt gebruik gemakt van een defibrillator. Op een manuele defibrillator kan men door middel van een hartfilmpje vaststellen of er sprake is van ventrikelfibrilleren of een andere hartritmestoornis en kan de benodigde hoeveelheid stroom worden ingesteld om een effectieve schok toe te dienen. De stroom wordt overgebracht door middel van peddels (een soort strijkijzers) die men op de borstkas plaatst of doormiddel van pads (elektrodestickers). De manuele defibrillator wordt alleen door artsen en verpleegkundigen in het ziekenhuis en op de ambulance gebruikt. Eerstehulpverleners kunnen gebruik maken van de Automatische Externe Defibrillator die zelf het hartritme analyseert en de juiste instelling regelt indien een schok moet worden toegediend.
Bij een acuut hartinfarct is het optreden van ventrikelfibrilleren de voornaamste onmiddellijke doodsoorzaak. Ventrikelfibrilleren treedt in dat geval op door veranderingen in de hartspier als gevolg van zuurstoftekort door de afsluiting van een van de kransslagaders. In het gebied waar zuurstoftekort is, sterven hartspiercellen af waardoor chemische stoffen vrijkomen en er en de geleiding van elektrische signalen veranderd. Door een soort 'kortsluiting' raakt de aansturing veranderd en treedt ventrikelfibrilleren op. Door het correct toepassen van reanimatie kan voorkomen worden dat de vitale organen door zuurstoftekort aangetast raken totdat de schok wordt toegediend.