Cookies help us deliver our services. By using our services, you agree to our use of cookies.

Inleiding in de ABCDE methode

Versie door Pim (Overleg | bijdragen) op 22 mrt 2011 om 16:52

In de traumazorg is het al jaren gebruikelijk dat een slachtoffer volgens een vaste aanpak wordt benaderd, om een zo goed mogelijk beeld van de toestand van het slachtoffer te krijgen. Omdat er bij een ongevalsituatie vaak erg veel stress en chaos is, biedt het protocol houvast aan de aanwezige hulpverlener bij zijn benadering van het slachtoffer. In de loop van deze cursus is een protocol ontwikkeld dat dicht ligt bij het Advanced Trauma Life Support-protocol (ATLS), zoals dat door de ambulancedienst en op de spoedeisende hulp gebruikt wordt. Het ATLS protocol wordt later in dit hoofdstuk besproken. Waarom een protocol voor de EHBO? Een acute gebeurtenis, zoals een ongeval of het plotseling ineenzakken van een slachtoffer is voor zowel omstanders als hulpverleners zeer stressvol. In korte tijd moet veel gebeuren en vaak raken hulpverleners door alle chaos in de war en vergeten bepaalde zaken uit te vragen. Het protocol (wordt ook wel ‘rijtje’) genoemd, is een handig hulpmiddel om op terug te vallen en geeft houvast bij de evaluatie van een slachtoffer. Ook in de EHBO blijkt dit een belangrijke waarde te hebben. Dankzij een protocol is het mogelijk om problemen snel te vinden, de juiste hulp in te schakelen en problemen te behandelen. In de cursus Vaardigheden Acute Geneeskunde wordt gebruik gemaakt van een aangepaste versie van het ATLS-protocol. In de rest van dit hoofdstuk wordt de werking van dit protocol verder uitgelegd.


Hoe werkt een protocol? Een protocol is een gestructureerd algoritme om vitale functies bij een slachtoffer na te lopen en om letsels in kaart te brengen. Een belangrijke regel die we in acht nemen bij het volgen van een protocol is: ‘Treat First what Kills First’, wat inhoudt dat wat hoger in het protocol staat voor alles gaat wat er na komt. Een voorbeeld: 5BOSA2 – Vaardigheden Acute Geneeskunde 29 Een EHBO-er komt bij een slachtoffer dat een obstructie in de luchtweg heeft doordat een aardappel in de luchtpijp is geschoten. Volgens het ABCDE protocol is dit een probleem in de Airway, want de luchtweg is niet vrij. Voordat verder wordt gegaan met Breathing, moet eerst de stoornis in de Airway worden opgeheven. Pas als de luchtweg vrij is wordt er gekeken naar de ademhaling. Zoals uit bovenstaand voorbeeld blijkt, mag er pas naar een volgende stap in het protocol gegaan worden als alle stoornissen in de huidige stap zijn opgeheven en deze veiliggesteld is. Meestal wordt een protocol weergegeven in een beslisschema, waarin de essentie van een protocol wordt weergegeven. Rechts van deze tekst is een opzet weergegeven van een dergelijk beslisschema. Het grote blok met een dikke zwarte rand geeft een onderdeel van het protocol weer, zoals bijvoorbeeld Breathing. Het kleine rechthoekige blok geeft een opdracht weer, zoals ‘Controleer de ademhaling’. Zodra deze opdracht is uitgevoerd, volgt men de peil naar het volgende punt in het schema, in dit geval een ruit, die een vraag of voorwaarde weergeeft. Vanaf deze ruit zijn twee of meer wegen mogelijk, afhankelijk van het antwoord op de vraag of voorwaarde. Een rechthoekvorm met een golvende lijn geeft een verwijzing naar een subprotocol waarin bijvoorbeeld een aantal afwegingen worden gemaakt voor een bepaalde aandoening. Wanneer het protocol je langs een dergelijk subprotocol leidt, word je gevraagd om die aandoeningen aan de hand van je kennis of een subprotocol te overwegen. In de meeste gevallen verwijst een pijl van een subprotocol weer terug naar het DRS.ABCDE protocol, zodat je verder kunt op het punt waar je het protocol verliet. 5BOSA2 – Vaardigheden 30 Acute Geneeskunde