Cookies help us deliver our services. By using our services, you agree to our use of cookies.

Paniekaanval

Versie door Pim (Overleg | bijdragen) op 19 jan 2012 om 11:29

Auteur: Pim / Supervisor: Pim / Co-auteur: [[]] / Niveau: Beginner/Gevorderd / Paginastatus: Concept. Laatste bewerking: Pim. Zie ook Handleiding.

Eerste Hulp Wiki zoekt schrijvers! Schrijf jij ook mee?

Hyperventilatie is een veelvoorkomende en relatief onschuldige aandoening waarbij er sprake is van een te snelle en diepe ademaling. De ademfrequentie neemt toe en ook het teugvolume, de hoeveelheid lucht per ademhaling, wordt groter. Vaak treedt hyperventilatie op bij een paniekaanval, waarbij een bepaalde prikkel zorgt voor een (overdreven) angstige reactie bij het slachtoffer. Hyperventilatie is een symptoom van een andere aandoening of factor.

Hyperventilatie komt op alle leeftijden voor, maar wordt meest gezien bij tieners en jongvolwassenen. Uitlokkende factoren kunnen dan bijvoorbeeld zijn: stress, hevige inspanning, angst of emotie. Sommige mensen hyperventileren met enige regelmaat, er wordt dan wel van het 'hyperventilatie syndroom' gesproken.

Sommige ziektebeelden, zoals diabetes mellitus (suikerziekte kunnen ook hyperventilatie veroorzaken. In dat geval is er geen sprake van een uitlokkende (emotionele) factor, maar tracht het lichaam het evenwicht van bepaalde stoffen in het bloed te herstellen. Ook kan hyperventilatie een uiting zijn van een (ernstig) zuurstoftekort.

Door dat er bij hyperventilatie (letterlijk: dieper ademen) meer lucht in en uit de longen gaat zal de gaswisseling toenemen. Hierdoor daalt het gehalte van koolzuurgas (CO2) in het bloed, omdat dit gemakkelijker wordt uitgewisseld. De zuurstofconcentratie in het bloed zal echter nauwelijks toenemen.

Inhoud

Symptomen en klachten

Omdat hyperventilatie vaak samenkomt met een paniekaanval zijn er behalve de veranderingen in de ademhaling vaak ook verschijnselen van angst: de Fight or Flight reflex. Er is een gejaagd gevoel, hartkloppingen, transpiratie, bleekheid en onrust. Daarnaast kan er een stekend gevoel op de borst zijn, tintellingen of kramp rond de mond of in de vingers. Het slachtoffer kan zwarte vlekken voor de ogen zien en licht in het hoofd zijn. De hartfrequentie neemt door de bovenstaande reflex doe, wat het slachtoffer voelt door de hartkloppingen. De hyperventilatie geeft het slachtoffer het gevoel benauwd en kortademig te zijn, het gevoel te stikken. De angst die gepaard gaat met de klachten van de hyperventilatie en paniekaanval veroorzaken meer paniek bij het slachtoffer waarbij de de klachten opnieuw toenemen.

Symptomen bij hyperventilatie:

  • Angst, paniek
  • Benauwdheid, kortademigheid
  • Hartkloppingen
  • Versnelde hartfrequentie
  • Stekende pijn op de borst
  • Transpiratie
  • Duizeligheid en misselijkheid, soms hoofdpijn
  • Tintelingen en jeuk rond de mond en in de handen of vingers
  • Handspasme ‘main d’accoucheur’: de vingers en duim zijn verkrampt.

Denk ook aan:

  • Angina pectoris (geeft een drukkende pijn op de borst, soms met uitstraling)
  • Hartinfarct (geeft een drukkende pijn op de borst, met uitstraling)
  • Astma-aanval (geen tintellingen, expiratoir piepen, geen pijn op de borst)

Belangrijke vragen om te stellen aan het slachtoffer:

  • Is er pijn op de borst? Drukkend of stekend? Is er uitstraling?
  • Zijn er tintellingen in de mond, lippen of vingers?
  • Is hij bekend met hyperventilatie? Is hij bekend met hartklachten?

Handelen

Bij hyperventilatie staat de paniek vaak op de voorgrond. Dat betekent dat een belangrijk deel van de Eerste Hulp zal bestaan uit geruststelling van het slachtoffer en uitleg dat het ongevaarlijk is. Neem het slachtoffer mee naar een rustige koele ruimte en probeer te achterhalen wat de aanval veroorzaakt heeft. Probeer na te gaan of er geen sprake is van klachten die passen bij pijn op de borst. Probeer de ademhaling van het slachtoffer rustig te krijgen door het slachtoffer te laten concenteren op het ademen. Afleiding is vaak een goede oplossing. Dat kan bijvoorbeeld door mee te tellen met de ademhaling, waarbij korte pauzes worden genomen om koolzuur vast te houden: ‘Adem in, adem even (3-4 seconden) vasthouden, adem uit’. Men kan ook de handen van het slachtoffer voor zijn mond laten houden, om zo het uitgeademede koolzuurgas weer in te ademen en de concentratie te laten stijgen. Vroeger werd hiervoor een zakje gebruikt, maar dit wordt door veel slachtoffers als beangstigend ervaren. Het is belangrijk om het slachtoffer serieus te nemen, anders zal het lastig zijn de aanval te stopen.

  • Breng het slachtoffer naar een rustige ruimte
  • Ga na wat de uitlokkende factor is en tracht deze weg te nemen
  • Probeer de ademhaling onder controle te krijgen
    • Door mee te tellen met de ademhaling
    • Door de handen voor de mond te plaatsen en het slachtoffer rustig te laten ademen
  • Geef uitleg over hyperventilatie en verwijs het slachtoffer eventueel naar de huisarts

Indien het slachtoffer het bewustzijn verliest, handel dan zoals bij flauwte.

Het ademen in een plastic zakje om het koolstofdioxide gehalte te doen stijgen is niet bewezen effectief en kan indien er sprake is van hyperventilatie op basis van een ander ziektebeeld de toestand van het slachtoffer verergeren.

Let op:
Ook bij het hartinfarct kan hyperventilatie gezien worden. Vraag de klachten zorgvuldig uit om er zeker van te zijn dat er geen sprake is van hartklachten.


Achtergrondinformatie/Verdieping

Mechanisme

De uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide (CO2) tussen opgeloste vorm in het bloed en gasvorm in de buitenlucht vindt plaats op het kleinste niveau van de longen, ter hoogte van de longblaasjes alveoli. Hier bevindt zich de overgang tussen de kleinste haarvaten (capillairen en de binnenzijde van de longblaasjes. Bij hyperventilatie gebeurt deze gasuitwisseling intensiever dan normaal als gevolg van een toename van het teugvolume, ofwel de hoeveelheid buitenlucht die wordt ingeademd. Bij gezonde mensen is de zuurstof-verzadiging (saturatie) in het bloed tijdens normale ademhaling tussen de 95 en 100%. Dit betekent dat door hyperventilatie de hoeveelheid zuurstof in het bloed niet toe zal nemen, immers is de verzadiging al bijna maximaal. De afgifte van koolstofdioxide kan wel toenemen. Bij hyperventilatie zal er meer CO2 af dan gewoonlijk worden afgegeven vanuit het bloed aan de buitenlucht. Hierdoor daalt het CO2-gehalte in het bloed. Een verlaagd CO2 gehalte in het bloed wordt hypocapnie genoemd. Aangezien CO2 een zure stof is zal als gevolg van de daling van het CO2-gehalte in het bloed de pH van het bloed stijgen (alkalischer; pH stijgt). Dit geeft de karakteristieke symptomen van hyperventilatie, zoals boven beschreven.

Hyperventilatie kan ook optreden als gevolg van een metabole stoornis, waarbij de zuurgraad (pH) in het bloed ontregeld is. Dit is het geval bij metabole acidose, waarbij de zuurgraad van het bloed te hoog is. Dat kan onder andere veroorzaakt worden door een ernstig nierprobleem, of door een ontregeling van een patient met suikerziekte (Diabetes Mellitus die langere tijd met een te hoge bloedsuikerspiegel gelopen heeft waardoor een keto-acidose ontstaan is. Het lichaam zal proberen de zuurgraad van het bloed te normaliseren door meer CO2 uit te scheiden. De CO2 verhoogt immers de zuurgraad van het bloed. Hyperventilatie zorgt dan voor een verlaging van het gehalte aan koolstofdioxide, waardoor het bloed minder zuur wordt. Men spreekt dan van respiratoire compensatie. Hyperventilatie is dan een noodmaatregel van het lichaam, omdat een te hoge zuurgraad in het ergste geval tot overlijden kan zorgen. De normale waarde van de zuurgraad of pH is tussen 7,35 en 7,45.

Indien er zuurstoftekort is in het bloed hypoxemie kan via hyperventilatie het het zuurstofgehalte in het bloed worden vergroot. Uiteraard zal hierdoor het gehalte aan koolstofdioxide dalen, maar het zuurstoftekort is urgenter. Dit fenomeen wordt ook wel fysiologische hyperventilatie genoemd. Dit treedt bijvoorbeeld op bij:

  • Toename van het zuurstofverbruik in het lichaam, bijvoorbeeld bij inspanning. Het zuurstof verbruik neemt toe doordat er meer zuurstof nodig is voor verbranding in de spieren.
  • Afname van het zuurstofgehalte in de buitenlucht, zoals op grote hoogte.
  • Zuurstoftekort door problemen aan het hart of aan de longen.

Externe links


Richtlijnen
* Indien er onduidelijkheid is of er sprake is van hyperventilatie of een ander ziektebeeld dat ademhalingsmoeilijkheden geeft, dan gaat de eerstehulpverlener uit van het ergste en waarschuwt 112 [1]