Cookies help us deliver our services. By using our services, you agree to our use of cookies.

Airway and C-Spine

Versie door Daan (Overleg | bijdragen) op 30 jan 2012 om 16:41 (Herkennen van afwijkingen)

Auteur: Pim / Supervisor: Pim / Co-auteur: [[]] / Niveau: Gevorderd / Paginastatus: Incompleet. Laatste bewerking: Daan. Zie ook Handleiding.

Eerste Hulp Wiki zoekt schrijvers! Schrijf jij ook mee?


Het protocolonderdeel Airway and C-Spine (nekwervelkolom) kan worden onderverdeeld in twee onderdelen, het vrijhouden of vrij maken van de luchtweg en het immobiliseren van de nekwervelkolom als het ongevalsmechanisme of de klachten van het slachtoffer daar aanleiding toe geven.

Inhoud

Airway

Anatomie

De airway (luchtweg) van de mens bestaat uit de mond en keelholte, het strottenhoofd, die overgaat in de luchtpijp (trachea). Achter de luchtweg ligt de slokdarm (oesophagus).

Na de hogere luchtwegen komen de lagere luchtwegen. De luchtpijp vertakt zich in 2 hoofdbronchiën die zich ieder weer vertakken in diverse kleinere bronchiën. De kleinste eenheden van de longen zijn de alveoli of longblaasjes: kleine blaasjes waarvan de wand zo dun is dat de zuurstof er doorheen kan, het bloed in. Hier vindt de gaswisseling plaats: zuurstof (O2) het bloed in, koolzuur (CO2) het bloed uit.

De luchtwegen beginnen bij de ingang van mond en neus en reiken tot aan de alveoli in de longen. Dit betekent dat ook de mond- en keelholte tot de luchtwegen gerekend worden en dat na inademing vanuit mond of neus de lucht via de keel naar de trachea wordt geleid om vervolgens via de bronchiën en bronchiolen bij de alveoli terecht te komen waar de gaswisseling plaatsvindt. Een vrije luchtweg is een absolute voorwaarde voor een goede ademhaling en behoeft op grond daarvan vroegtijdig de ABCDE-methodiek aandacht. Essentieel is dan ook om bedreigingen van de vrije luchtweg snel te herkennen en (indien mogelijk) te behandelen.

Normale functie

Bij een slachtoffer dat bij bewustzijn is wordt de luchtweg door diverse reflexen open of vrij gehouden. Dit zijn onder andere het afsluiten van de luchtpijp met het strotteklepje en de hoestreflex. Bij een bewusteloos slachtoffer zakt de tongbasis naar achteren omdat deze slap wordt, waardoor de luchtweg geblokkeerd kan raken. Meestal kan dit met een simpele kinlift verholpen worden, soms zijn extra handelingen nodig.

Tegelijk met de airway, moet ook de cervicale wervelkolom] (CWK, de nek) gestabiliseerd worden. De luchtweg is het eerste onderdeel dat aan bod komt in de zorg voor slachtoffers na een ernstig ongeval of onwelwording. Een geblokkeerde luchtweg is altijd direct dodelijk: er is geen aanvoer meer van zuurstof waardoor de voorraad in de rode bloedcellen snel opraakt. De hersenen kunnen hooguit vijf minuten zonder zuurstof voordat onherstelbare schade optreedt. Zuurstoftekort is dodelijk.

Oorzaken van stoornissen in de Airway

Er zijn diverse factoren die een bedreiging van de luchtwegen kunnen veroorzaken. Een belemmering van de luchtwegen kan volledig of gedeeltelijk zijn. Een volledige luchtwegbelemmering leidt snel tot ernstige verstoringen in de vitale functies en zal door zuurstoftekort leiden tot bewustzijnsverlies en een circulatiestilstand. Ook een gedeeltelijke belemmering kan ernstige problemen geven en stoornissen in de vitale functies veroorzaken.

In de eerste plaats kan een obstructie van de luchtweg veroorzaakt worden door het lichaam zelf. Indien het slachtoffer het bewustzijn verliest, zullen de meeste spieren, inclusief tong en kaakspieren verslappen waardoor bij een slachtoffer in rugligging de tong achter in de keel zakt en de luchtweg blokkeert. Daarnaast zorgt bewusteloosheid ook voor verslapping van het zachte verhemelte en veranderingen in het strottenhoofd (larynx), waardoor een obstructie kan ontstaan. De verstoring van het bewustzijn kan vele oorzaken hebben.

Tevens kan een voorwerp (corpus alienum) de luchtweg blokkeren. Dat kan voedsel of snoep zijn, maar ook gebruiksvoorwerpen zoals knikkers, sierraden of gebitselementen. Daarnaast kan de luchtweg belemmerd worden door bloed, braaksel of water. Ook een trauma van het aangezicht kan door vervorming van de kaakbeenderen en bloeding leiden tot belemmeringen van de luchtweg.

De luchtwegen zijn bekleed met slijmvliezen en deze kunnen als gevolg van een ernstige allergische reactie (anafylaxie), door etsing met een bijtende stof of door het inhaleren van hete lucht, rook of vuur opzwellen (inhalatietrauma) en de diameter van de luchtwegen verkleinen of zelfs volledig blokkeren. Er kan zwelling zijn van de tong en het gelaat. Ook direct trauma van buitenaf, zoals een klap tegen het strottenhoofd kan de luchtwegen beschadigen. Door manipulatie van de keel en het strottenhoofd kan bij bewustelozen een spasme van het strottenhoofd optreden (laryngospasme), waardoor een gedeeltelijke- of volledige blokkade van de luchtweg kan optreden. Dit kan ook gebeuren indien bij een niet geheel bewusteloos slachtoffer een tijdelijke luchtweg geplaatst wordt, zoals een Mayotube.

  1. Bewusteloosheid of een verminderd bewustzijn
  2. Vreemd voorwerp (corpus alienum: kauwgom, gebitselement etc )
  3. Inhalatietrauma
  4. Allergische reactie/anafylaxie
  5. Slijm, braaksel of bloed in de luchtwegen
  6. Aangezichtsletsel of kaakletsel
  7. Letsels van de hals en larynx (strottenhoofd)
  8. Spasme van het strottenhoofd (laryngospasme)

Een bedreiging van de luchtwegen kan op verschillende niveau's optreden:

Anatomisch niveau Probleem Ziektebeelden
Mond/keelholte Zwelling van de tong Anafylaxie
Zwelling van de slijmvliezen Anafylaxie, Inhalatietrauma
Obstructie door de tong bij
bewusteloosheid
Bewusteloosheid
Strottenhoofd (Larynx) Zwelling van de slijmvliezen Anafylaxie, Inhalatietrauma, trauma strottenhoofd
Stembandspasme (Laryngospasme) Manipulatie in de keel, trauma strottenhoofd
Vreemd voorwerp corpus alienum, Luchtwegbelemmering
Direct trauma -
Luchtpijp (Trachea) Vreemd voorwerp Luchtwegbelemmering
Zwelling van de slijmvliezen Anafylaxie, Inhalatietrauma
Lagere luchtwegen/bronchiën Bronchospasme Anafylaxie, Astma, COPD
Pneumothorax Pneumothorax, Spanningspneumothorax
Longoedeem Hartinfarct

Herkennen van afwijkingen

Een volledig geblokkeerde luchtweg kenmerkt zich door de afwezigheid van ademhaling (niet voelbaar, niet hoorbaar) en het onvermogen om te spreken of te hoesten. Er is hevige paniek bij het slachtoffer, deze zal naar de keel grijpen en rood aanlopen. Het slachtoffer doet verwoede pogingen toch te ademen, en zal daarbij alle hulpademhalingsspieren trachten te benutten. Dit ziet er uit als zigzag bewegingen, pogingen tot buikademhaling en gebruik van de spieren in de nek.

Een gedeeltelijk geblokkeerde luchtweg kenmerkt zich door luidruchtige ademhaling, gierend of gorgelend. Er is sprake van paniek en ook hier kan het slachtoffer grote moeite hebben te ademen. De hulpademhalingsspieren worden gebruikt. Bijgeluiden bij de ademhaling zijn een sterk signaal voor een gedeeltelijke obstructie van de luchtwegen. Er kan sprake zijn van een gierend geluid bij inademing (inspiratoire stridor), door bijvoorbeeld een obstructie ter hoogte van de larynx of daarboven. Ook bij uitademing kan een gierend geluid optreden (ook wel piepen of wheezing genoemd), als gevolg van een obstructie in de lagere luchtwegen, onder de larynx. Dit kan onder andere veroorzaakt worden door slijm, bronchoconstrictie zoals bij astma of een allergische reactie. Snurkende geluiden worden meestal veroorzaakt door (gedeeltelijke) blokkade van de bovenste luchtwegen door verslapping van de tongbasis bij bewusteloosheid. Heesheid kan een teken zijn van beschadiging van de adamsappel (larynx), vaak zijn er dan ook zwellingen of verwondingen in de hals.

Slachtoffers met problemen in de Airway kunnen door zuurstoftekort in de hersenen (hypoxemie) erg onrustig zijn en 'vechten' tegen de hulpverleners.

Bewusteloosheid

Een slachtoffer dat bewusteloos is en op de rug ligt zal door verslapping van de spieren een bedreigde luchtweg ontwikkelen. Er is sprake van een snurkende ademhaling.

Inhalatietrauma

Het inademen van hete lucht, rook of vuur kan leiden tot een inhalatietrauma. Vaak zijn er brandwonden in het gelaat en zijn neusharen en wenkbrauwen verschroeid. De stem kan hees zijn. De zwelling hoeft niet direct aanwezig te zijn, deze kan na enige tijd optreden.

Aangezichts- en halsletsel

Bij een aangezichtsletsel kan de luchtweg door vervorming en bloeding bedreigd raken. De kaak en het gezicht kan vervormd zijn, gebitselementen kunnen los zitten en er kan bloed in de mond aanwezig zijn. Letsels van de hals kunnen schade geven aan de adamsappel (larynx), met heesheid als gevolg.

Allergische of anafylactische reactie

Een ernstige allergische reactie leidt tot zwelling van de luchtwegen. Let op tekenen van anafylaxie, zoals roodheid, zwelling, benauwdheid, jeuk, uitslag en verschijnselen van shock.

Kijk verder specifiek naar: bloed, braaksel, water of andere voorwerpen in mond en keel. Laat het slachtoffer alle losse voorwerken uit de mond verwijderen.

Alarmsymptomen
Afwezigheid ademhaling Verminderd bewustzijn
Gierende ademhaling Snurken
Rood, paars of blauw gelaat Zwelling van tong of gelaat
Bloed of braaksel in de mond Heesheid
Onrust

Controles in de Airway

De luchtweg wordt beoordeeld door te kijken, te luisteren en te voelen. Kijk of er normale adembewegingen zijn, of dat er sprake is van gebruik van hulpademhalingsspieren, intrekkingen en een zig-zag beweging. Kijk of er tekenen zijn van een luchtwegbelemmering. Luister of er bijgeluiden zijn en of spreken of hoesten mogelijk is. Kijk of er sprake is van cyanose: een blauwe verkleuring van de lippen, slijmvliezen of het gelaat. Kijk of de luchtpijp (trachea) in het midden staat en of het strottenhoofd (larynx) er normaal uitziet en of er geen zwellingen zijn in de hals.

Handelingen in de Airway

Uitvoering van de kinlift.

De behandeling van een bedreigde luchtweg zal zich in veel gevallen voor de eerstehulpverlener beperken tot het snel herkennen en snel alarmeren.

Bij een bewusteloos slachtoffer wordt voorzichtig de chinlift of jawthrust uitgevoerd om de luchtweg vrij te maken en te kunnen controleren of er ademhaling aanwezig is. Indien er sprake is van een hoogenergetisch trauma dient men de nek niet te kantelen bij het vrijmaken van de luchtweg. Het slachtoffer kan eventueel in de stabiele zijligging gelegd worden. Knellende kleding rond de nek en borstkas, zoals sjaals en stropdassen, worden losgemaakt.

Indien er sprake is van een luchtwegbelemmering door een vreemd voorwerp (corpus alienum) dient men eerst na te gaan of het slachtoffer kan praten of hoesten. Indien dit mogelijk is wordt het slachtoffer aangemoedigd te hoesten om zo het voorwerp op te hoesten. Indien praten of hoesten niet mogelijk is, er is dus een volledige luchtwegobstructie, dan geeft men 5 slagen tussen de schouderbladen, gevolgd door 5 maal de Heimlichmanoeuvre. Lees ook: luchtwegbelemmering.

Bij anafylaxie kan men de EpiPen gebruiken. Bij letsels in het aangezicht is het meestal praktisch om het slachtoffer in een halfzittende houding wat voorover te laten leunen, zodat er geen bloed via de mond of keel de luchtwegen in loopt. Bij het inhalatietrauma kan het slachtoffer het beste in een halfzittende houding de komst van de ambulance afwachten.

Samenvatting

In essentie gaat het in er in het onderdeel Airway om (potentiële) bedreigingen van de luchtweg snel te herkennen en te behandelen, waarbij men de nekwervelkolom beschermt.

Verwijzijgen Airway

C-spine (de nekwervelkolom)

Anatomie

De nekwervelkolom ook wel cervicale wervelkolom, CWK of C-spine genoemd, bevat net als de rest van de wervelkolom het ruggenmerg dat tussen hersenen en lichaam loopt en bestaat zelf uit botstructuren en weke delen zoals ligamenten.

Normale functie

Wegens de grote mobiliteit van de nek, zijn deze structuren erg gevoelig voor letsel en is de kans groot dat na een hoogenergetisch trauma of een plotseling trauma aan de nek botbreuken van de nekwervelkolom optreden. De oorzaken voor letsel aan de cervicale wervelkolom zijn voornamelijk ongelukken met motorvoertuigen (50%), vallen van hoogte (20%) en sporten (15%). De rest wordt veroorzaakt door inter-persoonlijk geweld. In de ABCDE-methodiek is daarom apart aandacht voor immobilisatie van de nekwervelkolom en het hoofd, met name ook omdat na het ongeval de nek gemakkelijk bewogen wordt door slachtoffer of omstanders, terwijl de rug vaak in dezelfde houding blijft omdat het slachtoffer niet bewogen wordt.

Afwijkingen in de C-Spine

De cervicale wervelkolom (of nekwervelkolom bestaat uit zeven wervels, met bijbehorende tussenwervelschijven en ligamenten die ervoor zorgen dat de wervelkolom als een stevig geheel beweegt. Door deze stevigheid wordt letsel aan het ruggenmerg voorkomen. Bij hoogenergetische traumata (HET), kan er echter dusdanig veel kracht worden uitgeoefend op de cervicale wervelkolom, waardoor deze mechanisch onstabiel wordt en de onderdelen niet meer op hun plek worden gehouden. Door de ontstane instabiliteit kan er gemakkelijker letsel ontstaan, zoals breuken en ontwrichtingen. Het ruggenmerg kan dan geheel of gedeeltelijk aangetast worden door scherpe botstukken die de zenuwen kunnen doorsnijden. Tevens kunnen er door het geweld bloedingen en oedeem (vochtophoping) ontstaan die druk op de zenuwen uitoefenen. Beide mechanismen zorgen ervoor dat zenuwen zowel vanaf en naar de hersenen niet meer functioneren met als gevolg neurologische uitval, oftewel een dwarslaesie.

Symptomen en klachten

Een dergelijke dwarslaesie kan zich uiten in krachtsverlies van de ledematen, gevoelsverlies of tintelingen in armen en benen. Het slachtoffer kan ook last hebben van een dof gevoel in de aangedane zenuwen. Bij hoge doorsnijding boven de 4e nekwervel, kan de ademhaling uitvallen omdat het diafragma dan niet meer werkt. Vaak is er ook sprake van lokale klachten zoals nekpijn of pijn bij bewegen van de nek. Men moet ook beducht zijn voor een neurogene shock (zie hoofdstuk Circulation). Ben er op bedacht dat er afleidende letsels (distracting injuries) kunnen zijn waardoor het slachtoffer de pijn in de nek niet noemt of niet opmerkt!

Alarmsymptomen
Pijn in nek of rug Priapisme
Urineverlies Bewusteloosheid
Onvermogen te bewegen Verwondingen in de nek
Gevoelsstoornissen Verwondingen aan het hoofd

Controles in de C-spine

Voor de eerstehulpverlener zijn de controles bij C-Spine beperkt tot het stellen van vragen en te beoordelen of er op grond van het ongevalsmechanisme sprake kan zijn van letsel aan de nekwervelkolom. Benader het slachtoffer in zijn gezichtsveld om te voorkomen dat hij het hoofd draait. Vraag het slachtoffer het hoofd en lichaam niet te bewegen en geen 'Ja' of 'Nee' te knikken. Vraag of er pijn is in de nek of rug en of hij gevoelsstoornissen heeft in de armen of benen. Ga het ongevalsmechanisme na.

Handelingen in de C-Spine

Manuele fixatie van het hoofd vanuit liggende positie van de hulpverlener.

Indien er een hoogenergetisch trauma (HET) heeft plaatsgevonden wordt de nek te allen tijde geimmobiliseerd, ongeacht ofer klachten zijn die wijzen op wervelletsel of een dwarslaesie. Ook indien er geen hoogenergetisch trauma heeft plaatsgevonden, maar er wel klachten van de nek of rug bestaan, dan dient men de nek te immobiliseren.

Het is erg belangrijk goed aan het slachtoffer aan te geven wat je gaat doen en dat hij zich vooral niet moet bewegen. Ga pas tegen het slachtoffer praten als je goed in zijn zicht staat, zodat hij niet onverwachts het hoofd naar je toe draait. De nek kan worden geimmobiliseerd door gebruik van manuele fixatie of met de Handgreep van Zäch.

Samenvatting


Terug naar Shout for help. Verder naar Breathing.