Cookies help us deliver our services. By using our services, you agree to our use of cookies.

Automatische Externe Defibrillator

Versie door Pim (Overleg | bijdragen) op 1 apr 2012 om 18:22 (AED bij kinderen)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Auteur: Astrid/Pim / Supervisor: Pim / Co-auteur: [[]] / Niveau: Beginner / Paginastatus: Concept. Laatste bewerking: Pim. Zie ook Handleiding.

Eerste Hulp Wiki zoekt schrijvers! Schrijf jij ook mee?


Zie ook: Reanimatie van een volwassene met de AED

De Automatische Externe Defibrillator, kortweg AED genoemd is een relatief nieuw hulpmiddel bij de basale reanimatie van slachtoffers met een ademstilstand. Waar defibrillatie vroeger alleen weggelegd was voor professionals zoals artsen en verpleegkundigen, kunnen nu ook eerstehulpverleners bij Basic Life Support gebruik maken van een defibrillator.

Op steeds meer openbare locaties is tegenwoordig een AED beschikbaar: op stations, in sporthallen, in bankgebouwen, in parkeergarages, op luchthavens, in winkelcentra enz. Ook de politie heeft vaak een AED in de auto bij zich.

Over de AED

De Automatische Externe Defibrillator is een draagbaar toestel dat op een geautomatiseerde manier kan meten of er een hartritmestoornis in het hart is en indien nodig een elektrische schok aan het hart kan toedienen, met als doel het hart weer in een normaal ritme te laten kloppen. Het neemt dus niet de hartmassage tijdens een reanimatie over.

Een AED bestaat uit onder andere een microprocessor en elektroden. De elektroden worden op de borstkas geplakt en verzamelen informatie over het ritme van het hart. De microprocessor analyseert deze informatie en wanneer er sprake is van een hartritmestoornis waardoor een circulatiestoornis is ontstaan, zal de AED een elektrische schok adviseren. De AED kan onder andere kamerfibrilleren en een ventrikeltachycardie detecteren en doormiddel van een schok opheffen. Bij andere oorzaken van een circulatiestoornis, zal de AED géén elektrische schok geven.

Er bestaan twee typen AED's: een volautomatische en halfautomatische AED. Een volautomatische AED dient automatisch de elektrische schok aan het hart toe, als er sprake is van een schokbaar ritme (ventrikelfibrilleren of ventrikeltachycardie). Bij een halfautomatische AED moet de hulpverlener zelf nog op een knop drukken om de elektrische schok toe te dienen wanneer de AED deze adviseert. Er bestaan vele verschillende uitvoeringen, alle geven ze de hulpverlener gesproken en/of visuele instructies. Het is met een AED niet mogelijk om een schok toe te dienen als er geen hartritmestoornis is. De apparaten die men bij de ambulancedienst en in het ziekenhuis gebruikt kunnen dat wel (de zogenaamde manuele defibrilatoren).

Waarom een AED? Ventrikelfibrilleren komt in 70 tot 80 % voor in de eerste minuten na het ontstaan van een circulatiestoornis. De enige effectieve behandeling bij een dodelijke ritmestoornis zoals ventrikelfibrilleren is het defibrilleren. Voorheen kon dit alleen door professionele hulpverleners gedaan worden.

Onderzoek wijst echter een aantal belangrijke zaken uit:

  • wanneer de elektrische schok met een Defibrillator (AED) binnen 3 minuten wordt toegediend is er 70% kans op herstel van het hartritme.
  • elke minuut later, neemt deze kans met zo’n 10% af.
  • ambulances doen er gemiddeld zo’n 10 minuten over, om bij een slachtoffer met een hartstilstand te komen. Dat betekent een overlevingkans van minder dan 20%. Als er niet gereanimeerd wordt door omstanders, is deze kans nog kleiner.

De AED gebruiken

Het gebruik van de AED wordt beschreven op de pagina: Reanimatie van een volwassene met de AED

Aandachtspunten bij gebruik van de AED

Plaatsing AED elektroden

Indien u alleen bent, bevestigt u éérst de elektroden van de AED, alvorens u met reanimatie start. Indien u met twee hulpverleners bent, blijft de eerste hulpverlener zo lang mogelijk doorgaan met reanimeren, terwijl de tweede hulpverlener de elektroden van de AED bevestigt. Het handigste doet u dit, terwijl de eerste hulpverlener het slachtoffer beademt. Let erop dat de draden van de elektroden niet in de weg zitten voor de reanimatie. De tweede hulpverlener waarschuwt de eerste hulpverlener de reanimatie te stoppen wanneer de AED opdracht geeft het slachtoffer niet meer aan te raken.

Raak het slachtoffer niet aan tijden de analyse, het opladen en het toedienen van de elektrische schok. Het slachtoffer aanraken tijdens de analyse kan bewegingen veroorzaken die storen bij de interpretatie van het hartritme, waardoor het toedienen van een elektrische schok onnodig wordt uitgesteld.

Zorg voor een veilige plaats om hulp te verlenen. Zorg ervoor dat tijdens de analyse, het opladen en tijdens het toedienen van de elektrische schok niemand het slachtoffer of zijn directe omgeving aanraakt (bijvoorbeeld een bed). Roep “Houd afstand”, houd fysiek omstanders op afstand en blijf controleren of iedereen los is van het slachtoffer.

Zorg ervoor dat u de reanimatie zo kort mogelijk onderbreekt. Hervat de reanimatie direct na het toedienen van de schok als de AED hiertoe opdracht geeft. De AED zal elke twee minuten het ritme opnieuw analyseren en al dan niet een elektrische schok geven. Blijf op de gesproken en/of visuele instructies letten. Vochtige borstkas Sommige slachtoffers hebben een vochtige borstkas, bijvoorbeeld doordat ze zweten of doordat zij uit het water gered zijn. Droog dan vlug de borstkas af voor u de elektroden bevestigt.

Behaarde borstkas: Slechts in uitzonderlijke situaties zal een behaarde borst problemen geven voor een goed contact van de elektroden. Als dat het geval is, scheer of knip dan het borsthaar alleen weg op de plaats waar de elektroden komen. U kunt hiervoor ook de extra set elektroden gebruiken om het haar op de betreffende plaats weg te halen. Doe dit alleen maar als het echt nodig is, om verlies van kostbare tijd te voorkomen.

Sieraden: Verwijder metalen sieraden die in contact kunnen komen met de elektroden. Indien u de sieraden niet kunt verwijderen (bijvoorbeeld een piercing), bevestig dan de elektroden altijd naast die sieraden.

Pacemaker of interne defibrillator (ICD): Sommige slachtoffers hebben een pacemaker of een kastje onder de huid welke bij een hartritmestoornis een schok kan geven. Meestal zit deze linksboven net onder het sleutelbeen, soms wordt deze rechts geplaatst. Vaak is er een litteken te zien en voelt men het kastje goed onder de huid zitten. Er is geen bezwaar om een AED hierbij te gebruiken, immers heeft het apparaat niet goed gefunctioneerd, want er is sprake van een hartritmestoornis of circulatiestilstand. Probeer om de elektroden niet over de pacemaker of ICD te plakken omdat het het contact tussen huid en de elektroden kan beinvloeden. Mocht de pacemaker of ICD rechts zitten, plaats dan de eerste elektrode op de linker schouder en de tweede op de rechterzij.

AED bij kinderen

Bij reanimatie bij kinderen kan dezelfde volgorde van reanimeren als bij volwassenen gebruikt worden. Let er wel op dat de compressies minder diep gegeven dienen te worden dan bij volwassenen het geval is. Als leidraad kan 1/3 van de diepte van de borstkas aangehouden worden. Ook bij het beademen dient minder lucht ingeblazen te worden: zodra de borstkas omhoog komt, is voldoende lucht ingeblazen. De door de AED afgegeven energie is sterker dan voor kinderen wordt aanbevolen. Er zijn daarom speciale aangepaste AED’s beschikbaar: deze hebben speciale elektroden die ervoor zorgen dat het kind minder stroom ontvangt. Andere AED’s hebben deze aanpassing in het inwendige van de AED uitgevoerd. Voor kinderen vanaf ± 8 jaar kan altijd een AED voor volwassenen gebruikt worden. Voor kinderen tussen de 1 en 8 aar wordt een aangepaste AED met kinderelektroden geadviseerd. Is deze niet aanwezig, dan kan toch een gewone AED met de gewone elektroden gebruikt worden. Bij kinderen jonger dan 1 jaar wordt bij voorkeur een AED met kinderelektroden gebruikt, indien niet beschikbaar dan wordt de volwassenen AED aangesloten.[1]

Er zijn speciale cursussen voor reanimatie bij kinderen en baby’s. Het is aan te bevelen een dergelijke aparte cursus te volgen. Zie ook Reanimatie van kinderen en baby's. Echter ook wanneer u geen aantekening voor reanimatie bij kinderen heeft, aarzel dan niet een kind te reanimeren wanneer dat nodig is. Het is veel beter om de basale reanimatie van een volwassene toe te passen dan het kind aan zijn lot over te laten!

Tekst: A.C. Goorden Met dank aan: - Nederlandse Reanimatieraad - Medac Life Support Training - P. de Ruijter - C. Verlaan

Inhoud

Bronvermeldingen

Op deze pagina is gebruik gemaakt van de onderstaande bronnen:[2][3][4]

  1. International first aid and resuscitation guidelines 2011, (International Federation of Red Cross and Red Crescent Societies, Geneva, 2011) http://www.ifrc.org
  2. Lesboek basale reanimatie van baby's en kinderen inclusief de AED, W de Vries en N Turner (Nederlandse Reanimatie Raad, 2011) ISBN 978-90-811084-4-7
  3. Lesboek basale reanimatie inclusief de AED, W de Vries et al (Nederlandse Reanimatie Raad, 2011) ISBN 978-90-811084-3-0
  4. Richtlijnen reanimatie 2010 in Nederland en België, JP Nolan et al. (Nederlandse Reanimatie Raad, 2010) ISBN 978-90-811084-2-3

Externe links

Filmpje van Bondi-rescue van succesvolle reanimatie met AED op het strand: http://www.youtube.com/watch?v=y_JJHudA4fU
Reanimatie met AED in Amsterdam Arena (Vinger aan de Pols): http://www.youtube.com/watch?v=Byxw-5lcBOI en http://www.youtube.com/watch?v=3DuUImAoDAE
Engelstalig filmpje over reanimatie en defibrillatie: http://www.youtube.com/watch?v=nxpYuVr53zQ&NR=1
Burger AED 'Nachtegaal 52': http://www.youtube.com/watch?v=9QVHxxyHnEY&feature=player_embedded