Cookies help us deliver our services. By using our services, you agree to our use of cookies.

Uitvoering van de ABCDE methode

Versie door Pim (Overleg | bijdragen) op 12 mei 2011 om 04:47

Auteur: Auteur:Daan Weerheijm / Supervisor: Supervisor:Pim de Ruijter / Co-auteur: {{{coauthor}}} / Niveau: Gevorderd / Paginastatus: Onbewerkt. Laatste bewerking: Pim. Zie ook Handleiding.

Eerste Hulp Wiki zoekt schrijvers! Schrijf jij ook mee?

De uitvoering van het ABCDE protocol:

Inhoud

Danger

Response

Shout for help

Airway

Onderzoek

  • Controleer of er een vrije luchtweg is en kijk naar tekenen van een luchtwegbelemmering:
    • Voel of er een luchtstroom is bij mond of neus
    • Luister naar bijgeluiden bij de ademhaling
    • Kijk of er bloed, braaksel of andere vreemde voorwerpen in de mondkeelholte aanwezig zijn.

Handelingen

Alarmsymptomen

Opmerkingen

Een pratend slachtoffer heeft in principe een vrije luchtweg. Een bewusteloos slachtoffer heeft in principe een bedreigde luchtweg door verslapping van de tongspieren.

Breathing

Onderzoek

  • Beoordeel de ademfrequentie: normaal tussen 12 en 20 keer per minuut
  • Beoordeel de diepte van ademhalingen: een oppervlakkige ademhaling kan passen bij een pijnlijke buik(abdomen) of borstkas, of ernstige hersenschade.
  • Kijk naar de kleur van het slachtoffer: cyanose wijst op een zuurstoftekort door een insufficiënte ademhaling.
  • Beoordeel de symmetrie van de borstkas door de kijken en te voelen: komen beide thoraxhelften goed en gelijkmatig omhoog? Het achterblijven van een thoraxhelft kan op ribfracturen of een pneumothorax wijzen.
  • Beoordeel de positie van de luchtpijp (trachea): staat deze netjes in het midden van de keel? Deze hoort midline te staan, dus in het midden. Een verschoven trachea wijst op een spanningspneumothorax.

Alarmsymptomen

  • Een ademfrequentie onder de 12 of boven de 20
  • Cyanose
  • Een scheve of verschoven trachea
  • Een opgezwollen thoraxhelft die niet of slecht meedoet met de ademhaling

Handelingen

Circulation

  • Kijk naar ernstige bloedingen: een melding van al het aanwezige (actieve) bloedverlies.
  • Beoordeel de hartfrequentie: Deze hoort tussen de 60-80 slagen per minuut te liggen.
  • Beoordeel de regelmaat (hartritme): het hartritme hoort regelmatig te zijn. Een plotselinge pauze tussen de hartslagen, extra slagen of een volledig irregulair ritme is afwijkend.
  • Beoordeel de vulling/kracht: een zwakke, snelle pols is een belangrijke waarschuwing voor hypotensie en shock
  • Beoordeel de kleur van de huid: een bleke kleur in het gelaat en van de slijmvliezen is een uiting van shock. Kijk of het slachtoffer zweet.
  • Beoordeel de capillary refill: deze moet binnen 2 seconden weer geheel terug zijn.

Handelingen

  • Stelp ernstige uitwendige bloedingen door druk op de wond of het aanleggen van een wonddrukverband.
  • Indien er geen circulatie aanwezig is, start reanimatie.
  • Indien er tekenen zijn van shock, probeer de oorzaak weg te nemen en volg de aanwijzingen bij shock.

Alarmsymptomen

Een hartfrequentie boven de 120 of onder de 60 (hoewel sommige gezonde mensen een rustfrequentie van 50 kunnen hebben) Een bloeddruk onder de 90 mmHg systolisch of boven de 160 mmHg systolisch in combinatie met een verminderd bewustzijn (dit kan wijzen op ernstige hersenschade, zoals bloedingen) Afwezigheid van een pols of bloeddruk

Disability

Controles

Het bewustzijn, aangegeven met de AVPU methode. Disability De AVPU is als het goed is al bepaald tijdens het aanspreken. Zo niet, bepaal deze alsnog.

Alarmsymptomen

Afwezig of dalend bewustzijn Tekenen van een (dreigende) dwarslaesie Bij het meten van een alarmsymptoom is het belangrijk niet in paniek te raken, maar meteen te waarschuwen en zo mogelijk zelf de eerste levensreddende handelingen uit te voeren.

Handelen

Exposure

Secondairy survey

5- En ten slotte… Noteer en meldt de bevindingen! Een voorbeeld van een ABCD toestand van een gezond slachtoffer is: “Dit goed aanspreekbare en alerte slachtoffer heeft een vrije, onbedreigde luchtweg zonder bijgeluiden, met een trachea die midline staat en beide thoraxhelften die goed meekomen, een ademfrequentie van 15 met een saturatie van 99% waarbij goed doorgeademd wordt, en een regelmatige, krachtige pols van 75 per minuut met een bloeddruk van 120 over 80, zonder aanwezigheid van bloedingen.”


Samenvatting van de ABCD(E) - vitale functies In deze samenvatting op 1 A4‟tje staan alle normale waarden, de afwijkingen en mogelijke behandelingen (schuin gedrukt) van de ABC en D letsels. A - airway Functie: luchtweg, nodig om zuurstofrijke lucht in de longen te krijgen en koolzuurgas (CO2) kwijt te raken. Normaal: Vrij, zonder bijgeluiden Aandoeningen: -Obstructie door de tong bij bewusteloosheid → Kinlift/jawthrust/mayo tube/intubatie -Obstructie door een object → Verwijderen object/tracheotomie -Verbranding van de luchtwegen → Intubatie/toedienen zuurstof -Aspiratie (verslikking) in vocht (bloed, braaksel) → Wegzuigen vloeistof B - breathing Functie: Lucht van buiten naar binnen en andersom transporteren, bloed voorzien van zuurstof en zuiveren van CO2. Normaal: Frequentie tussen 10 en 20, beide thoraxhelften gelijk opkomen en dalen, saturatie tussen de 95-100%, geen cyanose, geen gebruik van hulpademhalingsspieren, trachea midline. Aandoeningen: -Respiratoire insufficiëntie (desaturatie/tachypnoe) → extra zuurstof toedienen/intubatie -Apneu (ademstilstand) → Beademing/intubatie -Hyperventilatie → Ademoefeningen (Let op, niet alle patiënten met een tachypnoe hebben een hyperventilatie. Pas op respiratoire insufficiëntie!) C - circulation Functie: Zuurstofrijk bloed naar de weefsels en CO2/zuurstofarm bloed naar de longen brengen. Normaal: Regelmatige hartfrequentie tussen de 60-100, systolische bloeddruk rond de 120 maar in ieder geval boven de 90, geen bleke of koude vingers, geen tekenen van bloedverlies. Aandoeningen: -Shock → Infusietherapie, bloedverlies stoppen -Tachycardie (pijn, bloedverlies) → Infusietherapie, pijnstilling -Afwezige circulatie → Indien omstandigheden het toelaten: reanimatie -Uitwendige bloeding → Stelpen -Inwendige bloeding → Infusietherapie en zo snel mogelijk naar ziekenhuis vervoeren D - disability Functie: Normaal menselijk functioneren mogelijk maken. Normaal: Alert, EMV-score van 15. Geen uitval of tintelingen. Aandoeningen : -Bewustzijnsdaling → Controleren ABC en pupillen, eventueel meten glucose -Tekenen van ruggenmergletsel → Immobiliseren15 DEEL 2 ALS assistentie