Cookies help us deliver our services. By using our services, you agree to our use of cookies.

Hoogenergetisch trauma

Het hoogenergetisch trauma, ook wel afgekort als HET, is een verzamelnaam voor ongevallen waarbij een grote overdracht van energie op het slachtoffer of het voertuig waar in het slachtoffer zit plaatsvindt. Het ongevalsmechanisme speelt hierbij een belangrijke rol.


In de Eerste Hulp wordt onderscheid gemaakt tussen een hoogengergetisch trauma en een laagenergetisch trauma. Dit onderscheid wordt gemaakt op grond van de hoeveelheid energie (of kracht) die wordt overgedragen op het slachtoffer tijdens het ongeval. De formule van [energie] geeft weer welke factoren een rol spelen bij de overdracht van energie"

Ek = ½mv2 ofwel: ½ x massa x snelheid2

In deze vergelijking spelen twee factoren een rol: massa ofwel gewicht (m) en snelheid (v) (in het kwadraat) resulterend in een bepaalde energie (Ek). De factoren massa en snelheid kunnen als het volgt gezien worden:

  • Een vrachtauto van 10.000 kilo (hoge massa/gewicht) die met een snelheid van 10 kilometer (lage snelheid) per uur tegen een voetganger aan rijdt, draagt een hoge energie over aan de voetganger. Immers, er is sprake van een grote uitkomst uit de formule.
  • Een wielrenner van 75 kilo (lage massa/gewicht) en een snelheid van 80 kilometer per uur (hoge snelheid) tegen een betonnen muur rijdt, draagt een hoge energie over op de muur en de muur op hem. De massa is dan wel laag, maar de snelheid hoog waardoor grote energieoverdracht plaatsvindt.
  • Een persoon van 75 kilo die van de tiende verdieping van een flat valt zal tijdens zijn val meer snelheid opbouwen dan een persoon die van 1 meter valt. De massa is in beide personen gelijk, echter is er een groot verschil in (opgebouwde) snelheid en daarmee de energieoverdracht die plaatsvindt. Afgeleid betekent een grotere hoogte dus meer energie. De eerste persoon is waarschijnlijk ernstig gewond, terwijl de tweede persoon nauwelijks letsel zal hebben.



Een aantal voorbeelden van ongevallen en situaties waarin sprake is van een hoogenergetisch trauma:

  • Val van 2-3x hoger dan de lichaamslengte van het slachtoffer
  • Aanrijding van een voetganger met een voertuig met een snelheid groter dan 10 km/h
  • Aanrijding in een voertuig met een snelheid groter dan 35 km/h, zonder gordel
  • Aanrijding in een voertuig met een snelheid groter dan 45km/h, met gordel
  • Een ster in de voorruit, veroorzaakt door de inzittende
  • Over de kop geslagen voertuig
  • Uit een voertuig geslingerd slachtoffer
  • Vrijgekomen airbags
  • Ernstige schade aan buitenzijde van het voertuig



Bij een val van hoogte kan men de volgende vuistregel aanhouden: een val van een hoogte die 2-3 maal groter is dan de lichaamslengte van het slachtoffer kan worden beschouwd als een hoogenergetisch trauma. Houdt er bij kleine kinderen dus rekening mee dat een val van een commode al een hoogenergetisch trauma kan zijn!

Het laagenergetisch trauma, ook wel LET genoemd omvat alle 'kleinere letsels' waarbij slechts een kleine hoeveelheid energie op het slachtoffer wordt overgedragen. Het verstuiken van een enkel tijdens voetbal is dan ook een laagenergetisch trauma. Dat wil echter niet zeggen dat er geen grote schade in de enkel kan zijn, immers kan het verstappen ook leiden tot een fractuur.

Ofschoon de bovenstaande formule een getalsmatige uitkomst heeft, is er in de praktijk geen hard onderscheid tussen een laagenergetisch en een hoogenergetisch trauma. De bovenstaande vuistregels geven enig houvast, maar de hulpverlener zal per situatie moeten beoordelen wel trauma er is en welke letsels er op grond van het ongevalsmechanisme te verwachten zijn.

Bij hoogenergetische trauma's verwacht men ernstige letsels (denk aan shock, wervelletsel), en zal men preventief maatregelen nemen om verergering van letsels te voorkomen, zoals het immobiliseren van de nek en rugwervelkolom, snel transport naar het ziekenhuis organiseren.

Lees ook: ongevalsmechanisme.