Anafylaxie
Een hevige allergische reactie die kan leiden tot: Anafylactische shock
Inleiding op onderwerp
In de inleiding wordt een korte introductie gegeven op het onderwerp
Symptomen en klachten
Eerst volgt in verhalende vorm een beschrijving van de bij dit letsel of ziektebeeld behorende verschijnselen, klachten en symptomen. Bedenk dat een klacht iets is wat het slachtoffer aan de hulpverlener kan vertellen, bijvoorbeeld: ik heb hoofdpijn,ik ben misselijk of ik heb een pijnlijke grote teen. Een symptoom is iets wat je als hulpverlener kan waarnemen en door het slachtoffer benoemd kan worden, bijvoorbeeld: braken. Je kunt als hulpverlener waarnemen dat iemand gebraakt heeft. Een bleke huid in het geval van shock zal het slachtoffer niet snel noemen als klacht, maar wordt wel door de hulpverlener waargenomen. Dat wordt dan een symptoom genoemd.
Beschrijf duidelijk welke vragen een hulpverlener moet stellen, en welke vragen belangrijke informatie kunnen opleveren over de aard van het ziektebeeld.
Na de symptomen en klachten beschreven te hebben, worden deze overzichtelijk in een tabel geplaatst, zodat ze in één oogopslag overzien kunnen worden.
Uitvragen | Klachten | Symptomen |
---|---|---|
Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 |
Klacht 1 Klacht 2 Klacht 3 |
Symptoom 1 Symptoom 2 Symptoom 3 Symptoom 4 Symptoom 5 |
Handelen
In deze sectie wordt beschreven hoe te handelen bij het beschreven letsel of ziektebeeld. Ook hierbij eerst een tekst in verhalende vorm, waarbij eventueel wat achtergrondinformatie gegeven wordt. Daarna volgt wederom een schematisch overzicht van de behandeling.
- Stap één van de behandeling
- Stap twee van de behandeling
- Stap drie van de behandeling
- Indien dit, dan dat
- Als dat, dan dit
- Stap vier van de behandeling
Zijn er dingen die echt niet vergeten moeten worden of essentieel zijn? Dan kunnen ze nogmaals extra in een kader benoemd worden:
Essentieel, vergeet niet: |
---|
Om je aan te melden voor de Eerste Hulp Wiki! |
Overzicht Eerste Hulp
Sommige thema's zijn erg uitgebreid en er kan veel verteld worden. Om het overzicht te bewaren voor beginnende én gevorderde Eerste Hulpverleners wordt een samenvatting van ieder onderwerp in onderstaand schema gezet:
Koptekst | Ziektebeeld 1 | Ziektebeeld 2 |
---|---|---|
Situatie | Wat is er aan de hand? | Hoe is de situatie? |
Verschijnselen | Klacht 1 Klacht 2 Symptoom 1 Symptoom 2 |
Symptoom 1 Symptoom 2 Symptoom 3 |
Conclusie | Ziektebeeld 1 | Ziektebeeld 2 |
Handelen | Aanwijzing 1 Aanwijzing 2 Bel 112! Aanwijzing 4 |
Aanwijzing 1 Aanwijzing 2 Bel 112! Aanwijzing 4 |
Opmerkingen | Denk er aan om... | Doe vooral niet... |
Zoals in bovenstaand voorbeeld worden twee (of meerdere) ziektebeelden besproken. Soms is dat handig omdat ziektebeelden op elkaar lijken en het fijn is om in één schema de verschillen te zien.
Achtergrondinformatie/Verdieping
Sommige onderwerpen lenen zich voor verdieping voor gevorderde hulpverleners. Hier kan achtergrond informatie besproken worden, maar bijvoorbeeld ook:
Professionele hulpverleners
Wat doen professionele hulpverleners bij dit letsel. Let op, beschrijf hier alleen wat de mogelijkheden zijn. Diepgaande uitleg van (voorbehouden) handelingen wordt niet op prijs gesteld.
Wat zijn andere technieken
Beschrijf bijvoorbeeld welke andere technieken er mogelijk zijn, of vroeger gebruikt werden.
Inhoud
Ander ziektebeeld binnen dit ziektebeeld
Nog een ander ziektebeeld beschrijven dat past bij dit ziektebeeld of er een onderdeel van is? Bijvoorbeeld: Diabetes Mellitus is onderverdeeld in Hypoglycemie en Hyperglycemie. Dat wordt dan met de Niveau 2 kop aangeduid. Voor de onderverdeling zoals bovenstaand gebruikt men de Niveau 3 kop.
Anafylaxie
Inleiding
Anafylaxie (ana: tegenovergesteld en fylaxis: bescherming) is een doorgeschoten systemische
ontstekingsreactie. De symptomen kunnen in veel orgaansystemen optreden, snel verlopen en
levensbedreigend zijn.
Pathofysiologie
Bij anafylaxie komen er antigenen in de bloedomloop terecht. Dit zorgt voor grootschalige activatie van
mestcellen en basofielen, twee typen ontstekingscellen. Deze cellen zetten vervolgens een
ontstekingsmechanisme in gang, dat onder andere bestaat uit de afgifte van ontstekingsmediatoren als
histamine en tryptase.
Door deze mediatoren neemt de permeabiliteit (doorgankelijkheid) van de vaatwand toe, waardoor
vocht uit de circulatie lekt. Ook contraheren gladde spiercellen door deze ontstekingsreactie (in de
luchtwegen) of ontspannen ze juist (in de bloedvaten).
Uitlokkende factoren:
· Voedsel: pinda’s, noten, schaaldieren, vis, melk, ei, sesam, voedseladditieven zijn bekende
allergenen
· Gif van dieren: bijen- en wespensteken
· Natuurlijk latex (in medische artikelen)
· Medicatie
· Röntgencontrastmedia
Symptomen en klachten
Doordat anafylaxie een systemische reactie is, ontstaan er in het hele lichaam klachten.
Airway en C-spine
· Vernauwing van de larynx door oedeem en contractie van gladde spiercellen. Dit leidt tot:
· Benauwdheid
· Stridor (piepend geluid bij inademing)
· Hese stem
· Jeuk, beklemd gevoel in de hals
Breathing
· Contractie (vernauwen) van de lagere luchtwegen. Dit leidt tot:
· Benauwdheid
· Hoesten
· Beklemmend gevoel op de borst (echter geen angina pectoris)
· Piepen
Circulation
Door het lekken van vocht uit de bloedbaan en vasodilatatie daalt de bloeddruk. Slachtoffers komen
daardoor in anafylactische shock. Zie daarvoor ook het hoofdstuk Circulation paragraaf Shock. Bij een
anafylactische shock is er, zoals bij alle vormen van shock, een snelle en weke pols. Echter blijft de
capillaire refill normaal. Let op: deze patiënten worden meestal niet bleek, maar juist rood van
huidskleur, de zogenaamde “warme shock”.
Disability
· Slachtoffers kunnen een gevoel van naderend onheil, doodsangst krijgen
· Hoofdpijn en duizeligheid
· Verwardheid
5BOSA2 – Vaardigheden Acute Geneeskunde 135
Overige klachten
· Huid en slijmvliezen: roodheid, zwelling (met name van lippen en tong), galbulten, uitslag, jeuk
· Gastro-intestinaal: misselijkheid, overgeven, diarree.
Handelen
Een slachtoffer met een anafylactische reactie kan hier mee bekend zijn. Deze personen dragen vaak
een autoinjector met adrenaline (Anapen®, EpiPen®) bij zich, waarmee automatisch de juiste dosering
adrenaline intramusculair wordt toegediend. Deze pen kan door het slachtoffer worden gebruikt, of door
de hulpverlener als het slachtoffer niet meer in staat is het zelf te doen. Adrenaline zorgt voor perifere
vasoconstrictie en kan bronchospasmen opheffen. Hierdoor zal de bloeddruk verbeteren. Ook zorgt het
voor een afname van de klachten in de airway en breathing. Na het toedienen van adrenaline moet het
slachtoffer nog steeds goed worden gemonitord. Adrenaline werkt ongeveer 10 minuten, daarna kunnen
de klachten terugkeren. Een tweede dosis kan nodig zijn.
Naast het toedienen van adrenaline moet direct 112 worden gewaarschuwd, dat moet ook gebeuren als
het slachtoffer nog niet bekend is met anafylaxie. Als het slachtoffer moeite krijgt met ademhalen door
larynxzwelling, kan de chinlift worden uitgevoerd. Als het slachtoffer in anafylaxtische shock raakt,
kunnen de benen omhoog worden gelegd om meer bloed naar vitale organen te krijgen.