Beademingsmasker
Een beademingsmasker of Pocketmask is een speciaal masker dat gebruikt kan worden tijdens een reanimatie om overdracht van ziekteverwekkers en contact met bloed en slijm kan voorkomen.
Gebruik van een beademingsmasker
- Neem het beademingsmasker uit de verpakking en vouw deze uit zodat een kapje ontstaat. Kijk of het ventiel goed vast zit in het masker.
- Kijk naar de instructies op de verpakking of de bijgesloten handleiding (doe dit liefst een keer op een rustig moment en niet tijdens de reanimatie!)
- Plaats het beademingsmasker over mond en neus van het slachtoffer met de puntige zijde richting de neus en de ronde zijde over de kin (meestal staat de juiste richting aangeduid op het masker.).
- Indien aanwezig, plaats de elastiekjes achter de oren of achter het hoofd langs, zodat het masker op zijn plaats blijft zitten.
- Fixeer het masker met de hand aan de zijde van het voorhoofd rond de neus, en gebruik de hand aan de voetenzijde om de kinlift uit te voeren en het masker op de kin te fixeren.
- Gebruik van de hand aan voorhoofdzijde duim en wijsvinger om het masker rond de neus te fixeren. Leg de hand en overige vingers op het voorhoofd en houdt hiermee het hoofd vast.
- Gebruik van de hand aan de voetenzijde duim en wijsvinger om het masker op de kin te drukken. Gebruik de overige drie vingers om de kinlift uit te voeren en het hoofd voorzichtig te kantelen. Door de vingers van deze hand naar elkaar toe te bewegen wordt het masker steviger op het gelaat gedrukt en is er minder luchtlekkage tijdens het beademen.
- Plaats je mond op het ventiel en geef 2 beademingen.
- Indien beademen niet lukt, voer opnieuw de kinlift uit en kantel het hoofd voorzichtig iets verder naar achteren (tenzij er een verdenking is op nekletsel.
- Indien er luchtlekkage is tijdens het beademen, druk het masker dan steviger op het gelaat.
- Kijk of de borstkas tijdens het beademen omhoog komt.
- Ga verder met borstcompressies en wissel deze af met beademingen. Soms is het nodig om het masker opnieuw goed te plaatsen.
- Gooi het ventiel weg na gebruik. Bij de meeste maskers zijn nieuwe ventielen te bestellen.
Het beademingsmasker kan ook gebruikt worden voor beademing vanaf het hoofdeinde van het slachtoffer. De hulpverlener zit dan aan het hoofdeinde en gebruikt een aangepaste Jawthrust om het masker te fixeren op het gelaat en de luchtweg vrij te maken.
Sommige maskers hebben de mogelijkheid om zuurstof aan te sluiten op het masker. Indien getraind in het toedienen van zuurstof en wanneer zuurstof aanwezig is, sluit deze dan aan op het masker in een ruime flow van ongeveer 10L/min. Indien de AED gebruikt wordt, dan moet het masker met de zuurstof tenminste 1 meter van het slachtoffer worden afgehouden tijdens het toedienen van de schok, omdat er anders een explosie kan ontstaan.
Zie ook de pagina over Veiligheid en hygiëne en reanimatie.