Toediening van zuurstof
Voorbehouden of risicovolle handeling |
---|
Deze vaardigheid valt onder de voorbehouden of risicovolle handelingen. Deze valt niet binnen de standaard vaardigheden van de Eerste Hulp. |
Let op: Deze pagina is nog niet compleet!
Toediening van zuurstof is een handeling die bij voorkeur wordt uitgevoerd door professionele hulpverleners of door eerstehulpverleners die daarvoor een aparte opleiding gevolgd hebben. Zuurstof is een medicijn en toediening is niet geheel zonder risico.
In situaties waarbij de zuurstofvoorziening in het lichaam tekort schiet, zoals bij ademhalingsproblemen, verstikking, shock, koolstofmonoxide vergiftiging en ernstige ongevallen, kan toediening van zuurstof levensreddend zijn en voorkomen dat ernstig zuurstoftekort leidt tot schade aan cellen en organen. Het toedienen van zuurstof in een grotere concentratie dan de in de buitenlucht aanwezig zijnde 21 procent zorgt voor een betere verzadiging van het zuurstof in het bloed (zuurstofsaturatie) en kan daarmee zuurstoftekort (hypoxie en hypoxemie) tegengaan.
Tekenen van een (ernstig) zuurstoftekort zijn:
- Onrust en opwinding (agitatie)
- Versnelde ademhaling (niet te verwarren met hyperventilatie)
- Versnelde hartslag
- Bleekheid
- Blauwe verkleuring van de slijmvliezen (cyanose): gelaat, lippen, tong, vingers, nagels
- Onduidelijke spraak, coördinatiestoornissen
- Verlaagd bewustzijn, slaperigheid
- Overlijden
Indicaties voor toediening van zuurstof
- Reanimatie
- Tekenen van zuurstoftekort, zoals cyanose
- Ernstige benauwdheid (let op bij COPD, zie onder!)
- Ernstig trauma
- Hartinfarct
- Verstikking en luchtwegbelemmering
- Shock en ernstig actief bloedverlies
- Hoofd- en hersenletsel
- Koolstofmonoxide vergiftiging
Zuurstof en de ABCDE-methodiek
In de ABCDE-methodiek wordt al in een vroeg stadium zuurstof toegediend, namelijk bij het onderdeel Airway. De reden hiervoor is dat zuurstoftekort al in een vroeg stadium levensbedreigend is en relatief eenvoudig te verhelpen.
Inhoud
Middelen om zuurstof toe te dienen
Neusbril
Een neusbril is een zuurstofcanule die in de neus van het slachtoffer geplaatst wordt. Met een neusbril kan een kleine hoeveelheid zuurstof gegeven worden ter ondersteuning van het slachtoffer. Een neusbril is niet geschikt voor toediening van grote hoeveelheden zuurstof en heeft bij de behandeling van zuurstoftekort geen plaats. Wel kan deze neusbril eventueel bij patiënten met COPD gebruikt worden. Met een neusbril wordt maximaal 5 L zuurstof per minuut gegeven, in een constante flow.
Venturi-mask
Het Venturi-masker is een zuurstofmasker waarop een bepaalde concentratie van ingeademde zuurstof kan worden ingesteld, in een constante flow. Dit masker wordt soms gebruikt bij COPD-patiënten om te voorkomen dat zij te veel zuurstof inademen.
Non-rebreathing mask
Een non-rebreathing mask is een masker dat past over mond en neus van het slachtoffer en dat gebruik maakt van een reservoir om een zo hoog mogelijke concentratie zuurstof in te ademen. Een non-rebreathingmask geeft een constante flow zuurstof. De flow die met dit masker gegeven wordt is 12-15 liter per minuut.
Afgiftesysteem
Een zuurstof afgifte systeem geeft een hoge concentratie zuurstof (100%) af wanneer het slachtoffer inademt. Dit systeem wordt veel bij duikongevallen gebruikt.
Pocketmask bij reanimatie
Beademingsballon
Overige benodigdheden
- Zuurstofcilinder
- Doseerventiel
- Saturatiemeter
Het geven van zuurstoftherapie
Voorbehouden of risicovolle handeling |
---|
Deze vaardigheid valt onder de voorbehouden of risicovolle handelingen. Deze valt niet binnen de standaard vaardigheden van de Eerste Hulp. |
Evaluatie van de therapie
Voor evaluatie van de ingestelde zuurstoftherapie kan men gebruik maken van een saturatiemeter.
Risico's van zuurstoftoediening
Toediening van zuurstof kent relatief weinig risico's. Men dient zich echter wel te realiseren dat zuurstof een medicament is en dat toediening alleen moet geschieden door getrainde hulpverleners.
Zuurstof is een zeer brandbaar gas en men dient zuurstof weg te houden van brandhaarden en tijdens het toedienen van een schok met een AED.
Bij patienten met COPD kan zuurstof bij langdurige toediening in hoge concentraties leiden tot een ademdepressie (afname van de ademhaling, soms met ademstilstand) als gevolg van het onderdrukken van de ademprikkel. Bij gezonde mensen leidt een verhoging van de koolstofdioxide in het bloed tot een toename van de ademhaling. Bij COPD'ers is deze echter chronisch verhoogd, waardoor zij afhankelijk zijn van een laag zuustofgehalte als prikkel voor de ademhaling. Wordt langere tijd een hoge flow zuurstof gegeven, dan bestaat het risico op forse toename van het CO2 in het bloed (dat wordt minder uitgeademd bij verminderde ventilatie). In extreme gevallen kan een ademstilstand optreden.
In een acute situatie waarbij ernstig zuurstoftekort is, moet ook een COPD patiënt en hoge flow (12-15L/min) toegediend krijgen, immers is een ernstig zuurstoftekort altijd schadelijker en dodelijker dan een verhoogd CO2.
Richtlijn zuurstof van 'The Britisch Thoracic Society': http://www.brit-thoracic.org.uk/Clinical-Information/Emergency-Oxygen/Emergency-Oxygen-use-in-Adult-Patients.aspx