4.777 bytes toegevoegd,
21 mrt 2011 10:03 Epilepsie
Inleiding
Een epileptische aanval, ook wel insult of convulsie, is een plotselinge, kortdurende functiestoornis van
de hersenen die wordt veroorzaakt door een acute, overmatige synchrone ontlading van de
hersencellen en die gepaard gaat met waarneembare verschijnselen. Epilepsie is een verzamelnaam
voor een groot aantal verschillende epilepsiesyndromen. De mogelijk onderliggende oorzaak, de aard
van de aanvallen, de leeftijd en eventuele specifieke EEG afwijkingen spelen hierbij een rol.
Pathofysiologie
Epilepsie ontstaat door een abnormale activiteit in de hersenen door acute, overmatige synchrone
ontladingen van de hersencellen. De abnormale activiteit kan zich beperken tot één gebied (partiële
aanval), of zich uitbreiden over de gehele cortex (secundair gegeneraliseerde aanval). Bij een primair
gegeneraliseerde epilepsie ontstaat in de formatio reticularis of thalamus de abnormale activiteit,
waardoor de cerebrale cortex als geheel wordt gesynchroniseerd.
Symptomen en klachten
Bij epilepsie worden verscheidene aanvalstypen onderscheiden. Een insult kan plaatselijk beginnen met
bijvoorbeeld schokken in het gelaat of arm, dit noemt men een partiële aanval. Maar een insult kan zich
ook uitbreiden of beginnen over het hele lichaam, dit is de secundair of primair gegeneraliseerde
aanval. In deze genoemde typen aanvallen zijn verschillende uitingsvormen te onderscheiden.
Voor de hulpverlening in acute situaties is het gegeneraliseerde tonisch-clonisch insult het meest
belangrijk. Een tonisch-clonisch insult begint plotseling met een verkramping van armen en benen, snel
gevolgd door heftige, meestal symmetrische, regelmatige spierschokken. Aan het begin van een aanval
geeft men vaak een gil, hierbij kan op de zijkant van de tong of de wang gebeten worden. Dit kan
bloederig schuim rond de mond geven. Tevens kan men de urine laten lopen. Tijdens een aanval wordt
vaak niet op aanspreken en stimuleren gereageerd. Een aanval stopt meestal na twee à drie minuten
waarna een uitputtingsfase komt. Men is vaak kortdurend (max. 15 min) bewusteloos en komt dan
geleidelijk weer bij. Is dit niet het geval dan kan men in een coma terechtkomen of in de epileptische
toestand blijven. Dit wordt ook wel een status epilepticus genoemd. Na een aanval is men vaak verward,
een fenomeen dat men postictale verwardheid noemt. Doordat de ademhaling tijdens een insult zeer
belemmerd wordt en vaak niet aanwezig is, is een langdurige aanval een grote verstoring van de vitale
functies. Dit is bijvoorbeeld te merken doordat iemand blauw/paars aanloopt.
Handelen
Een eenmaal begonnen aanval is zonder medicatie niet door buitenstaanders te stoppen. Zorg er
daarom voor dat de bestaande situatie niet verergert. Dit kan door het voorkomen van verwondingen
door het verwijderen van voorwerpen waartegen men zich kan stoten. Er wordt gezorgd voor een veilige
omgeving. Het heeft hierbij geen zin de slaande bewegingen tegen te gaan. Ook mag men niet
proberen een tongbeet tegen te gaan door iets tussen de tanden te steken. Dit geeft risico op schade
aan het gebit en tevens is de tongbeet vaak al aanwezig in een vroeg stadium. Daarbij geeft het een
groot risico op verwonding van de hulpverlener! Indien mogelijk kunnen tijdens de aanval de vitale
functies worden gecontroleerd, maar vaak moet gewacht worden tot na het insult. Bij bewusteloosheid
na de aanval wordt het slachtoffer benaderd met het protocol bij een bewusteloos slachtoffer en kan
men het slachtoffer vervolgens in de stabiele zijligging leggen (niet bij traumapatiënten). Vraag altijd aan
familie of kennis of het slachtoffer bekend is met epilepsie. Indien dit het geval is, is het doorgaans
(behalve in geval van status epilepticus) niet nodig om professionele hulp in te schakelen.
Het is belangrijk de duur van de aanval te registreren. Stopt de aanval niet na 5 à 10 minuten of volgen
meerdere aanvallen op elkaar, dan moet het slachtoffer naar het ziekenhuis of moet 112 gebeld worden.
Observeer het verloop van de aanval nauwkeurig, zodat deze beschreven kan worden aan de
hulpverlening.
5BOSA2 – Vaardigheden Acute Geneeskunde 121
Iemand die voor het eerst een epileptisch insult heeft dient altijd door een arts gezien te worden, om na
te gaan of er sprake is van andere pathologie zoals intoxicaties, inwendige ziekten of intracerebrale
tumoren.
Differentiaaldiagnose
Stuiptrekkingen kunnen ook voorkomen bij een hartstilstand. Het is daarom van belang om de vitale
functies goed te controleren. Soms worden ook enkele trekkingen gezien bij een syncope, deze duren
echter slechts enkele seconden en zijn meestal niet symmetrisch. Daarbij is er bij een syncope geen
sprake van langdurige postictale verwardheid en is het slachtoffer na het bijkomen snel goed
aanspreekbaar.