Cookies help us deliver our services. By using our services, you agree to our use of cookies.

Wijzigingen

Shock

110 bytes toegevoegd, 21 nov 2011 20:41
geen bewerkingssamenvatting
* '''Cardiogene shock:''' de pompfunctie van het hart is aangedaan, waardoor het hart niet in staat is om voldoende bloed rond te pompen.
De bovenstaande vormen van shock zijn abstract en lastig voor te stellen. De bijgaande onderstaande afbeelding geeft schematisch het verschil weer tussen een absoluut tekort aan circulerend volume en een relatief tekort aan circulerend volume. Bij een absoluut tekort is er minder vulling van het vaatbed en dus minder bloed in het zelfde volume. Bij een relatief tekort is de hoeveelheid bloed hetzelfde als in een gezond persoon, alleen zit dit bloed niet langer in de vaten, of is het volume van de vaten toegenomen. Dat kan bijvoorbeeld bij (extreme) vaatverwijding ([[vasodilatatie]]), waardoor de totale inhoud (het vaatvolume) toeneemt, terwijl de hoeveelheid bloed hetzelfde blijft. Er is dus een relatief tekort aan bloed.  [[Bestand:Shockschema.png|800px|center]]
Bij de '''obstructieve''' en '''cardiogene shock''' is het bloedvolume en het vaatvolume onveranderd, maar is er een probleem met de vaten en de motor die de circulatie op gang houden. Een obstructieve shock kenmerkt zich, zoals de naam al laat raden, door een obstructie of belemmering van de bloedstroom, door bijvoorbeeld een bloedprop die een groot vat afsluit of een groot vat dat wordt afgekneld. Bij een cardiogene shock is de oorzaak in het hart gelegen, het hart is niet langer in staat om een adequate circulatie op gang te houden. Dat kan bijvoorbeeld door schade aan het hart.
===De shockspiraal===
 
[[Bestand:Shockspiraalpng|200px|thumb|right|De shockspiraal.]]
Het lichaam heeft diverse mechanismen om zich te beschermen tegen toenemend verlies van het bloedvolume. Wanneer dit verlies echter toeneemt zullen steeds meer mechanismen aangesproken worden en gaan falen. De shockspiraal geeft dit mooi weer. Van buiten naar binnen zullen steeds meer organen geen bloed meer krijgen, om zo de meest vitale organen (de hersenen, hart en longen) te sparen. Indien alle mechanismen zijn uitgeput zal de dood intreden.