|
|
(3 tussenliggende versies door een andere gebruiker niet weergegeven) |
Regel 1: |
Regel 1: |
− | ==De bescherming van het centraalzenuwstelsel==
| + | #REDIRECT [[Zenuwstelsel#De hersenen]] |
− | | |
− | De schedel
| |
− | De hersenen worden omsloten door een beschermend omhulsel: De schedel. De schedel is opgebouwd
| |
− | uit de aangezichtsschedel en het schedeldak. Het schedeldak bestaat uit acht gewelfde
| |
− | schedelbeenderen die met elkaar verbonden zijn door middel van schedelnaden. Deze schedelnaden
| |
− | zijn bekleed met bindweefsel, kleine bloedvaten, lymfevaten en dunne zenuwvezels. De
| |
− | schedelbeenderen kunnen ten opzichte van elkaar bewegen. Op zijn beurt wordt de schedel aan de
| |
− | buitenkant weer beschermd door een spierlaag, vet, huid en haren. Dit zijn de eerste schokbrekers; de
| |
− | haren vormen tevens een isolatielaag(je) bij hitte en kou.
| |
− | Hersenvliezen
| |
− | De volgende beschermlaag is die van de meningen ofwel hersenvliezen. Hersenvliezen, maar ook de
| |
− | ruggenmergvliezen zijn onderdeel van het bindweefselsysteem. Aan de binnenkant van het schedeldak
| |
− | liggen drie lagen hersenvliezen. Het buitenste vlies, de dura mater, is vrij dik en stevig, het harde
| |
− | hersenvlies. Het is de voering van het cranium. Het middelste vlies is de arachnoïdea, het
| |
− | spinnenwebvlies. De pia mater of het zachte hersenvlies, sluit aan op de hersenschors en vormt het
| |
− | binnenste vlies. Tussen de lagen bevindt zich liquor cerebrospinalis (hersenvocht) wat functioneert als
| |
− | stootkussen. Tevens bevinden zich tussen de hersenvliezen arteriën en venen.
| |
− | Figuur 7.2 Hersenvliezen
| |
− | 1. Schedel
| |
− | 2. Dura mater
| |
− | 3. Arachnoïdea
| |
− | 4. Pia mater
| |
− | 5. Epidurale ruimte (slagaders)
| |
− | 6. Subdurale ruimte (aders)
| |
− | 7. Subarachnoïdale ruimte (liquor
| |
− | en grote slagaders)
| |
− | 8. Cortex (hersenweefsel)
| |
− | Ruggenmerg
| |
− | De bescherming van het ruggenmerg gebeurt op dezelfde wijze als bij de hersenen: bot,
| |
− | ruggenmergvliezen (een voortzetting van de hersenvliezen) en liquor. In eerste instantie wordt het
| |
− | ruggenmerg beschermd door het bot van de wervelkolom, vervolgens door drie lagen
| |
− | ruggenmergvliezen met tussen de lagen de liquor. Als extra bufferzone heeft het ruggenmerg nog een
| |
− | laag vet en bindweefsel tussen het beenvlies van de wervels en de dura mater.
| |