Ademhalingsstelsel: verschil tussen versies
[ongecontroleerde versie] | [ongecontroleerde versie] |
k |
(→De longen/ Gasuitwisseling) |
||
Regel 23: | Regel 23: | ||
De kleinste onderdelen van de longen zijn de longblaasjes. Om de longblaasjes heen lopen haarvaatjes (capillairen) Zuurstof uit de lucht wordt in de longblaasjes afgegeven aan de haarvaatjes en wordt dan door het lichaam gepompt. Koolstofdioxide wordt vanuit het bloed via de haarvaatjes afgegeven aan de longblaasjes en verlaat dan met de ademhaling het lichaam. Dit wordt gasuitwisseling (respiratie) genoemd. | De kleinste onderdelen van de longen zijn de longblaasjes. Om de longblaasjes heen lopen haarvaatjes (capillairen) Zuurstof uit de lucht wordt in de longblaasjes afgegeven aan de haarvaatjes en wordt dan door het lichaam gepompt. Koolstofdioxide wordt vanuit het bloed via de haarvaatjes afgegeven aan de longblaasjes en verlaat dan met de ademhaling het lichaam. Dit wordt gasuitwisseling (respiratie) genoemd. | ||
− | De longen worden omgeven door de longvliezen ( | + | De longen worden omgeven door de longvliezen (pleurae). Tussen de vliezen zit een ruimte gevuld met vocht. Tijdens de ademhaling bewegen de longvliezen langs elkaar. In de tussenruimte heerst een onderdruk waardoor de longen met lucht gevuld blijven. Als er lucht in de tussenruimte komt, valt de onderdruk weg en klapt de long in elkaar: [[klaplong]]. |
==Ademhalingsspieren== | ==Ademhalingsspieren== |
Versie van 28 nov 2011 om 14:19
Auteur: Sija / Supervisor: Pim / Co-auteur: {{{coauthor}}} / Niveau: Beginner/Gevorderd / Paginastatus: Incompleet. Laatste bewerking: Pim. Zie ook Handleiding. Eerste Hulp Wiki zoekt schrijvers! Schrijf jij ook mee? |
Het ademhalingsstelsel zorgt ervoor dat lucht verplaatst wordt in en uit de longen (ventilatie). De lucht komt binnen via mond en keelholte en gaat dan via de luchtpijp naar de kleine bronchiën en alveoli waar de #gasuitwisseling plaatsvindt. Hierdoor wordt zuurstof (O2) vanuit de lucht opgenomen in het bloed en wordt koolstofdioxide (CO2) uit het bloed afgegeven om weer uitgeademd te worden.
Inhoud
De luchtwegen
Mond en keelholte
Via de mond en de neus wordt lucht ingeademd. Net als voedsel gaat de lucht door de keelkolte (pharynx). Het strottenklepje (epiglottis) sluit tijdens slikken de stemspleet (glottis) af waardoor voedsel niet in het strottenhoofd (larynx)komt. Dit voorkomt dat er voedsel in de luchtwegen (afsluiting van de luchtweg, zie heimlich) komt en hierdoor is het onmogelijk om tegelijk te slikken en adem te halen. Het voedsel wordt tijdens het slikken in de slokdarm (oesophagus) geleid. In de stemspleet zitten de stembanden (plica vocalis) die gaan trillen wanneer er lucht langs komt. Deze trillingen zorgen voor de geluiden van onze stem.
Luchtpijp (trachea)
De luchtpijp (trachea) is een buis van ongeveer 10 cm die bestaat uit D-vormige ringen. Het is gelegen tussen het strottenhoofd en de longen. Het rechte deel van de D-vorige ring is niet van kraakbeen, de hoefijzervormig wel. Het onderste deel heet de carina en ligt net achter het borstbeen (sternum); hier splitst de luchtpijp in de twee hoofdbronchi. De rechter hoofdbronchus loopt iets meer in het verlengde van de luchtpijp ten opzichte van de linker hoofdbronchus, die een sterkere hoek maakt. Dit betekent dat een vreemd voorwerp vaker in de rechter hoofdbronchus terechtkomt dan in de linker hoofdbronchus.
Kleinere luchtwegen (bronchiën)
De hoofdbronchi komen elk uit in een long en splitsen dan in kleinere bronchi. De vertakkingen worden steeds kleiner, de kleinste vertakkingen worden bronchioli genoemd. Aan deze bronchioli zitten de longblaasjes (alveoli) waar de gasuitwisseling plaatsvindt. Bij astma is er een vernauwing van de bronchi of bronchioli.
De longen/ Gasuitwisseling
De kleinste onderdelen van de longen zijn de longblaasjes. Om de longblaasjes heen lopen haarvaatjes (capillairen) Zuurstof uit de lucht wordt in de longblaasjes afgegeven aan de haarvaatjes en wordt dan door het lichaam gepompt. Koolstofdioxide wordt vanuit het bloed via de haarvaatjes afgegeven aan de longblaasjes en verlaat dan met de ademhaling het lichaam. Dit wordt gasuitwisseling (respiratie) genoemd.
De longen worden omgeven door de longvliezen (pleurae). Tussen de vliezen zit een ruimte gevuld met vocht. Tijdens de ademhaling bewegen de longvliezen langs elkaar. In de tussenruimte heerst een onderdruk waardoor de longen met lucht gevuld blijven. Als er lucht in de tussenruimte komt, valt de onderdruk weg en klapt de long in elkaar: klaplong.
Ademhalingsspieren
-Tussenribspieren - Hulpademhalingsspieren/nek - Middenrif (Diafragma)
De ademhaling
- Ventilatie - Ademvolume, teugvolume - Ademminuutvolume - Saturatie - Aansturing vanuit de hersenen - Borstademhaling / buikademhaling
Relevante ziektebeelden voor de Eerste Hulp
- Astma - COPD - koolstofmonoxide vergiftiging - hyperventilatie