Circulatiestelsel: verschil tussen versies
[gecontroleerde versie] | [gecontroleerde versie] |
(→Hartritme) |
|||
Regel 18: | Regel 18: | ||
- hartboezems (atria) | - hartboezems (atria) | ||
- hartspier | - hartspier | ||
+ | |||
+ | Het hart is de belangrijkste spier van ons lichaam en bestaat uit gespecialiseerd hartspierweefsel. Het hart ligt midden in de borstkas en wijst met de punt iets naar links. Rondom het hart ligt een zakje van bindweefsel, het zogenaamde hartzakje. Dit is een stugge zak en biedt weinig ruimte voor extra vloeistof. Bij een [[harttamponade]] kan dit leiden tot een [[shock]]. De hartspier wordt vanuit de kransslagaders van zuurstofrijk bloed verzien. De kransslagaders ontspringen vanuit de aorta net nadat deze het hart verlaat en lopen zowel links als rechts over de hartspier waarbij deze nog enkele keren splitsen. | ||
+ | |||
+ | Het hart bestaat uit 4 afzonderlijke compartimenten: | ||
+ | * De rechter harthelft bestaande uit de rechterboezem en de rechterkamer | ||
+ | * De linker harthelft bestaande uit de linkerboezem en de rechter kamer | ||
+ | De kamers en boezems worden gescheiden door de hartkleppen, tussen de rechterboezem en rechter kamer is dit de tricusspidalsklep, tussen de linkerboezem en linkerkamer de mitralisklep (ook wel bicusspidalisklep genoemd). | ||
+ | |||
+ | Op het hart zijn de grote vaten aangesloten: | ||
+ | * De bovenste en onderste holle ader komen uit in de rechterboezem | ||
+ | * De longslagader ontspringt uit de rechter kamer | ||
+ | * De longader komt uit in de linkerboezem | ||
+ | * De aorta of grote lichaamsslagader ontspringt uit de linkerkamer. Vanuit de aorta ontspringen ook de kransslagaders die het hart van zuurstofrijk bloed verzien. | ||
+ | |||
+ | Zuurstofarm bloed wordt vanuit het lichaam aangevoerd via de bovenste- en onderste holle ader naar de rechterboezem, vanwaar het door de tricusspidalisklep naar de rechterkamer stroomt. Bij het samenknijpen van de rechterkamer sluit de tricuspidalisklep door stijging van de druk in de kamer en gaat de pulmonalisklep open. Het bloed wordt vanuit de rechterkamer de longslagader in gepompt, waarna het in de longen terecht komt waar de [[gasuitwisseling]] plaatsvindt. Vanuit de longen wordt het zuurstofrijke bloed afgevoerd via de longader naar de linkerboezem. Vanuit de linkerboezem stroomt het bloed langs de mitralisklep naar de linkerkamer. De spierwand van de linkerkamer is dikker dan die van de rechterkamer, omdat vanuit de linkerkamer het bloed tegen de bloeddruk in de aorta moet worden ingepompt. Het samenknijpen van de linkerkamer zorgt voor het sluiten van de mitralisklep en het openen van de aortaklep, waarna het bloed in de aorta wordt geperst. Op het moment dat de druk in de linkerkamer gelijk is aan die in de aorta sluit de aortaklep. | ||
====Hartritme==== | ====Hartritme==== |
Versie van 6 jan 2012 om 23:24
Auteur: Sija / Supervisor: Pim / Co-auteur: {{{coauthor}}} / Niveau: Beginner/Gevorderd / Paginastatus: Incompleet. Laatste bewerking: Pim. Zie ook Handleiding. Eerste Hulp Wiki zoekt schrijvers! Schrijf jij ook mee? |
zie ook Circulation
Het hart
Anatomie van het hart
-grote/ kleine circulatie - Kransslagaders (coronairen) - hartzakje - hartkamers (ventrikels) - hartboezems (atria) - hartspier
Het hart is de belangrijkste spier van ons lichaam en bestaat uit gespecialiseerd hartspierweefsel. Het hart ligt midden in de borstkas en wijst met de punt iets naar links. Rondom het hart ligt een zakje van bindweefsel, het zogenaamde hartzakje. Dit is een stugge zak en biedt weinig ruimte voor extra vloeistof. Bij een harttamponade kan dit leiden tot een shock. De hartspier wordt vanuit de kransslagaders van zuurstofrijk bloed verzien. De kransslagaders ontspringen vanuit de aorta net nadat deze het hart verlaat en lopen zowel links als rechts over de hartspier waarbij deze nog enkele keren splitsen.
Het hart bestaat uit 4 afzonderlijke compartimenten:
- De rechter harthelft bestaande uit de rechterboezem en de rechterkamer
- De linker harthelft bestaande uit de linkerboezem en de rechter kamer
De kamers en boezems worden gescheiden door de hartkleppen, tussen de rechterboezem en rechter kamer is dit de tricusspidalsklep, tussen de linkerboezem en linkerkamer de mitralisklep (ook wel bicusspidalisklep genoemd).
Op het hart zijn de grote vaten aangesloten:
- De bovenste en onderste holle ader komen uit in de rechterboezem
- De longslagader ontspringt uit de rechter kamer
- De longader komt uit in de linkerboezem
- De aorta of grote lichaamsslagader ontspringt uit de linkerkamer. Vanuit de aorta ontspringen ook de kransslagaders die het hart van zuurstofrijk bloed verzien.
Zuurstofarm bloed wordt vanuit het lichaam aangevoerd via de bovenste- en onderste holle ader naar de rechterboezem, vanwaar het door de tricusspidalisklep naar de rechterkamer stroomt. Bij het samenknijpen van de rechterkamer sluit de tricuspidalisklep door stijging van de druk in de kamer en gaat de pulmonalisklep open. Het bloed wordt vanuit de rechterkamer de longslagader in gepompt, waarna het in de longen terecht komt waar de gasuitwisseling plaatsvindt. Vanuit de longen wordt het zuurstofrijke bloed afgevoerd via de longader naar de linkerboezem. Vanuit de linkerboezem stroomt het bloed langs de mitralisklep naar de linkerkamer. De spierwand van de linkerkamer is dikker dan die van de rechterkamer, omdat vanuit de linkerkamer het bloed tegen de bloeddruk in de aorta moet worden ingepompt. Het samenknijpen van de linkerkamer zorgt voor het sluiten van de mitralisklep en het openen van de aortaklep, waarna het bloed in de aorta wordt geperst. Op het moment dat de druk in de linkerkamer gelijk is aan die in de aorta sluit de aortaklep.
Hartritme
Het normale hartritme of sinusritme wordt aangestuurd vanuit de sinusknoop, een groepje gespecialiseerde hartspiercellen gelegen in te top van de rechterboezem (rechter atrium). Deze speciale cellen geven ritmisch een elektrische puls af, met een frequentie van ongeveer 60 keer per minuut. Doordat hartspiercellen elektrische signalen kunnen geleiden wordt deze elektrische prikkel voortgeleid door het hart. Het verspreiden van de puls wordt ook wel depolarisatie genoemd. Op het moment dat de elektrische prikkel de hartspiercel bereikt zal deze samentrekken. In het hart gebeurt dit op een georganiseerde manier, als een soort 'olievlek' waardoor een georganiseerd samentrekken optreedt en de boezems en kamers samentreken en er een pompbeweging ontstaat die het bloed laat stromen.
Het sinusritme ontstaat in de sinusknoop in de rechter boezem en wordt voortgeleid over de hartspiercellen in de boezems. De elektrische prikkels doven uit op het moment dat zij bij weefsels komen die niet geleiden. Dit gebeurt op de overgang tussen de boezems en de kamers, de bindweefselplaat die hier tussen ligt geleidt geen elektrische prikkels. In deze weefselplaat is echter wel een groepje gespecialiseerde cellen aanwezig die het signaal op kunnen vangen en door kunnen geven richting de kamers, namelijk de AV-knoop of atrioventriculaire knoop. In de AV-knoop wordt de elektrische prikkel een 100ste seconde vertraagd. Vanaf de AV-knoop gaat de elektrische prikkel verder naar de kamers via een gespecialiseerde bundel van zenuwcellen, de bundel van His genaamd. De bundel van His ligt in het septum, de gespierde tussenwand tussen de rechter- en de linkerkamer. De geleiding van de elektrische prikkel in de bundel van His verloopt vele malen sneller dan die over het normale spierweefsel. De bundel splitst zich in twee takken, de linker en de rechter die respectievelijk de linker en rechterkamer aansturen. Deze prikkel zorgt voor het samentrekken van de kamers en daarmee met het pompen van bloed vanuit het hart naar de kleine en grote circulatie.
De bloedvaten
De bloedvaten in het lichaam kunnen grofweg verdeeld worden in slagaders (medische term 'arteriën') die het zuurstofrijke bloed vanuit het hart naar de weefsels transporteren en de aders (medische term 'venen') die het zuurstofarme bloed met afvalproducten naar de longen vervoeren. Er is één uitzondering, namelijk in de longcirculatie (ook wel kleine circulatie genoemd). Daar wordt zuurstofarm bloed vanuit de rechter kamer naar de longen vervoert, en het zuurstofrijke bloed vanuit de longader naar de linker boezem van het hart.
Soorten bloedvaten
Slagaders (arteriën)
Arteriolen
Haarvaten (capillairen)
Venulen
Aders (venen)
Belangrijke vaten
Zuurstoftransport
- Rode bloedcellen
De circulatie
- Bloeddruk,
- Hartminuutvolume, slagvolume, hartfrequentie - Systole, diastole - Perifere weerstand - Vasoconstrictie Vasodilatatie
Relevante ziektebeelden voor de Eerste Hulp
- myocardinfarct/ atherosclerose - ventrikelfibrilleren - capillair refill