Cookies help us deliver our services. By using our services, you agree to our use of cookies.

Wijzigingen

Ga naar: navigatie, zoeken

Uitvoering van de ABCDE methode

184 bytes toegevoegd, 19 apr 2011 11:17
geen bewerkingssamenvatting
{{Status|
|mainauthor= [[Auteur:Daan Weerheijm]]
|supervisor= [[Supervisor:Pim de Ruijter]]
|niveau= [[Handleiding#Niveau|Gevorderd]]
|status= [[Handleiding#Status|Onbewerkt]]
}}
 
12 Werken met het ABCDE protocol
In dit hoofdstuk wordt herhaald welke controles uitgevoerd moeten worden en wat de waarden zijn die daar normaal bij horen. Airway - Luchtweg: Vrij of geobstrueerd? Het ontbreken van luchtstroom of bijgeluiden wijzen op een geobstrueerde, respectievelijk bedreigde luchtweg. Breathing - Ademfrequentie: Deze hoort ongeveer tussen de 12 en de 20 per minuut te zijn. - Diepte van ademhalingen: Een oppervlakkige ademhaling wijst op een pijnlijk abdomen (buik) of thorax, of ernstige hersenschade. - Kleur van het slachtoffer: Cyanose wijst op een insufficiënte ademhaling. - Saturatie: Deze hoort hoger dan 95% te zijn, lager kan wijzen op een gebrekkige ademhaling - Komen beide thoraxhelften goed en gelijkmatig omhoog? Het achterblijven van een thoraxhelft kan op ribfracturen of een pneumothorax wijzen. - Trachea: Staat deze netjes in het midden van de keel? Deze hoort midline te staan, dus in het midden. Een verschoven trachea wijst op een spanningspneumothorax. Circulation - Hartfrequentie: Deze hoort tussen de 60-80 te liggen. - Regelmaat: Het hartritme hoort regelmatig te zijn. Een plotselinge pauze tussen de hart-slagen, extra slagen of een volledig irregulair ritme is afwijkend. - Kracht: Een zwakke, snelle pols is een belangrijke waarschuwing voor hypotensie en shock - Bloeddruk: De bovendruk hoort rond de 120 te liggen, de onderdruk rond de 80. Per persoon zit hier heel veel variatie in, onder andere afhankelijk van leeftijd, leefstijl en genetische aanleg. - Kleur: Een bleke kleur in het gelaat en van de slijmvliezen is een uiting van shock. - Aanwezige bloedingen: Een melding van al het aanwezige (actieve) bloedverlies. Disability: - Het bewustzijn, aangegeven met de AVPU methode. De praktijk in 5 stappen Onderneem nu om een goede ABCD controle uit te voeren de volgende stappen. Let op de overeenkomsten met het EHBO protocol! 1- Airway Spreek een slachtoffer aan, vraag de naam en wat er gebeurd is. Een pratend slachtoffer heeft een vrije airway, een bewusteloos slachtoffer mogelijk niet. Voer zo nodig een kinlift of jawthrust uit. 2- Breathing Controleer de ademhaling. Leg zo mogelijk beide handen op de overgang borstkas/buik om ook een buikademhaling te voelen. Is dit niet mogelijk, voel en luister dan aan de mond of er een ademhaling is. Schat de ademfrequentie, kijk naar de borstkas en de trachea. 3- Circulation Als het geen gevaar voor de airway oplevert: controleer de pols. Voel de frequentie, de regelmaat en kracht. Schat of meet de bloeddruk (een krachtige pols betekent een bloeddruk van >90 systolisch), en kijk naar bleekheid, zweten en bloedingen. 4- Disability De AVPU is als het goed is al bepaald tijdens het aanspreken. Zo niet, bepaal deze alsnog. 5- En ten slotte… Noteer en meldt de bevindingen! Een voorbeeld van een ABCD toestand van een gezond slachtoffer is: “Dit goed aanspreekbare en alerte slachtoffer heeft een vrije, onbedreigde luchtweg zonder bijgeluiden, met een trachea die midline staat en beide thoraxhelften die goed meekomen, een ademfrequentie van 15 met een saturatie van 99% waarbij goed doorgeademd wordt, en een regelmatige, krachtige pols van 75 per minuut met een bloeddruk van 120 over 80, zonder aanwezigheid van bloedingen.”

Navigatiemenu