|
|
Regel 11: |
Regel 11: |
| | | |
| Een '''allergie''' of '''allergische reactie''' wordt met enige regelmaat gezien. Veel mensen hebben een allergie voor bepaalde stoffen. De ene heeft er incidenteel last van, de andere heeft dagelijks klachten. Sommige '''allergieën''' zijn zijn slechts hinderlijk, terwijl andere levensbedreigend kunnen zijn. | | Een '''allergie''' of '''allergische reactie''' wordt met enige regelmaat gezien. Veel mensen hebben een allergie voor bepaalde stoffen. De ene heeft er incidenteel last van, de andere heeft dagelijks klachten. Sommige '''allergieën''' zijn zijn slechts hinderlijk, terwijl andere levensbedreigend kunnen zijn. |
| + | |
| + | Termen in het kader van allergie: |
| + | * Allergie: reactie van het lichaam op een lichaamsvreemde stof die normaal geen afweerreactie geeft. |
| + | * Allergeen: lichaamsvreemde stof die de reactie opwekt. |
| + | * Antistof: stof van het [[afweersysteem]] die allergenen opmerkt en de afweerreactie activeert. |
| | | |
| ====Wat is een allergie precies?==== | | ====Wat is een allergie precies?==== |
− | Een allergie is een afweerreactie van het lichaam op een bepaalde lichaamsvreemde stof die normaal gesproken geen reactie in het lichaam opwekt. Het afweersysteem reageert overgevoelig op een bepaalde stof die allergeen genoemd wordt. Bekende allergenen zijn gras- of boompollen, stuifmeel, huisstofmijt en haren of huidschilfers van dieren. Men kan op verschillende manieren in aanraking komen met een allergeen, bijvoorbeeld door contact met de huid of slijmvliezen van neus, ogen of mond, door inademing, door eten of door injectie in het lichaam. Lang niet alle lichaamsvreemde stoffen zorgen voor het ontwikkelen van een allergie. Waarom bij sommige mensen wel en bij anderen geen allergieën ontstaan is niet geheel bekend.
| + | Wanneer het [[afweersysteem]] overdreven reageert bij contact met een lichaamsvreemde stof die normaal geen reactie geeft in het lichaam spreekt men van een allergie. Een allergie ontstaat doordat het [[afweersysteem]] bij het eerste contact met het allergeen antistoffen tegen dat allergeen produceert. Meestal treedt dan nog geen afweerreactie op. Het afweersysteem staat echter wel op scherp, bij een volgend contact zal het afweersysteem wel geactiveerd worden en krijgt men een [[allergische reactie]]. |
| + | |
| + | Het lichaam komt meestal in contact met het allergeen via de slijmvliezen van de mond, neus of ogen. Ook via de huid kunnen allergenen het lichaam binnenkomen. Bekende allergenen in de voeding zijn bijvoorbeeld noten, pinda's, schaaldieren en sommige vruchten. Bij [[hooikoorts]] en [[astma]] is er vaak een allergische reactie op gras- of boompollen, of op huistofmijt of haren van honden of katten. |
| + | |
| + | Wanneer het lichaam voor de tweede keer in contact komt met het allergeen wordt het allergeen opgevangen door antistoffen, speciale eiwitten in het bloed en weefsel die een bepaalde stof kunnen herkennen. Deze antistoffen vormen wanneer zij in aanraking zijn gekomen met het allergeen speciale complexen die op mestcellen gaan zitten. Het contact tussen mestellen en het antistofcomplex zorgt ervoor dat de mestcellen stoffen gaan afgeven in de bloedbaan en het weefsel. Deze stoffen zijn onder andere [[histamine]] en diverse andere stoffen die invloed hebben op het afweersysteem en de bloedvaten. [[Histamine]] is een krachtige stof die onder andere zorgt voor verhoogde doorbloeding van de slijmvliezen, zwelling van de slijmvliezen, toename van de vochtafscheiding in de slijmvliezen en het optreden van jeuk. |
| | | |
− | Meestal treedt bij het eerste contact met het allergeen geen allergische reactie op, het afweersysteem wordt echter wel geactiveerd en gaat antistoffen maken tegen het allergeen. Dit wordt sensibilisatie genoemd. Vanaf dat moment staat het afweersysteem op scherp en kan er een allergische reactie optreden. Wanneer het allergeen opnieuw in het lichaam komt wordt het gevangen door de antistoffen, die op hun beurt bepaalde cellen van het afweersysteem activeren. Deze cellen zijn onder andere mestcellen die na binding met het geactiveerde antistof histamine afgeven. Histamine is een van de stoffen die zorgt voor de verschijnselen bij een allergische reactie zoals jeuk en zwelling van slijmvliezen. De verschijnselen bij een allergie kunnen lokaal in de slijmvliezen optreden (zoals bij hooikoorts) of in het hele lichaam zoals bij de ernstige allergische reacties.
| + | Het is niet duidelijk waarom sommige mensen wel en andere geen allergie ontwikkelen voor een bepaalde stof. Er zijn ook stoffen die een allergische reactie op kunnen wekken zonder dat er eerder contact is geweest met die stof. Voorbeelden hiervan zijn insectengif, sommige medicijnen en röntgencontrastmiddelen. Bij de eerste blootstelling kan dan al een (hevige) allergische reactie optreden. |
− | Soms treedt een allergische reactie op terwijl het slachtoffer niet eerder in aanraking is gekomen met het allergeen, dit wordt vaak gezien bij gifstoffen van steken van insecten en dieren.
| |
| | | |
− | Een allergie kan op verschillende manieren worden aangetoond. De huisarts kan bloed laten afnemen om te kijken of er antistoffen tegen bepaalde allergenen aanwezig zijn. Daarnaast kan een zogenaamde priktest gedaan worden, waarbij kleine hoeveelheden allergeen in de huid geïnjecteerd worden en men vervolgens kijkt of er een galbult op de prikplaats optreedt als teken van een allergie.
| + | De verschijnselen van een allergie kunnen lokaal optreden, zoals een jeukende bult of jeukende ogen bij [[hooikoorts]], of zoals bij een [[anafylactische reactie]] in het gehele lichaam. |
| | | |
− | ====Hooikoorts====
| + | Zie ook:[[hooikoorts]], [[anafylaxie]], [[galbulten]]. |
− | Hooikoorts wordt veroorzaakt door een allergie voor stuifmeel en pollen en treedt op tijdens het pollenseizoen in de lente- en vroege zomermaanden als bomen en grassen in bloei komen. Hooikoorts komt vaak voor bij mensen met astma en eczeem, maar ook bij mensen zonder deze aandoeningen. Klachten bij hooikoorts zijn onder andere een jeukende of lopende neus, niezen, tranende en jeukende ogen en soms zelfs benauwdheid of een piepende ademhaling. Hooikoorts komt meestal jaarlijks terug en kan zeer hinderlijk zijn en een flinke beperking vormen voor slachtoffers die hier last van hebben: op zomerse dagen kunnen ze soms niet naar buiten! Soms verminderen de klachten in de loop van een aantal jaren en dooft de allergie langzaam uit.
| |
− | De eerstehulpverlener kan vaak weinig meer doen dan het slachtoffer adviseren om naar binnen te gaan en een fris nat washandje op de jeukende huid of ogen te leggen. De huisarts kan medicijnen voorschrijven om de klachten van hooikoorts te verminderen. Voorbeelden hiervan zijn speciale neussprays die de ontstekingsreactie en zwelling van slijmvliezen tegengaan of tabletten (antihistaminica) die voorkomen dat histamine door de mestcellen wordt afgegeven.
| |
− | Het KNMI geeft in de lente- en zomermaanden een speciaal pollenweerbericht uit, zodat mensen met hooikoorts kunnen inschatten of zij last gaan krijgen van hun allergie en preventief medicijnen kunnen innemen. Met name op zonnige, droge dagen zijn de concentraties pollen in de lucht het hoogst en is de kans op het optreden van hooikoorts het grootst.
| |
| | | |
− | ====Ernstige allergische reacties====
| + | [[Categorie:Woordenlijst]] |
− | Sommige mensen reageren zeer heftig op een allergische prikkel, zo ernstig dat zij acuut in levensgevaar komen als zij in contact komen met het allergeen. Dit ziektebeeld wordt anafylaxie genoemd en kan leiden tot een anafylactische shock. Bekende allergenen die kunnen leiden tot anafylaxie zijn wespen- of bijengif, noten, pinda’s en sommige fruitsoorten (bijvoorbeeld kiwi’s). Soms worden ook ernstige allergische reacties gezien op natuurrubber (latex), jodium of medicijnen. Slechts een kleine hoeveelheid van het allergeen kan al een ernstige reactie opwekken, een spoortje pinda in een stukje chocolade is al voldoende. Bij een anafylactische reactie treden snel en hevig klachten in het hele lichaam op. Het slachtoffer wordt erg ziek en bij niet tijdig ingrijpen kan hij zelfs binnen enkele minuten overlijden.
| |
− | Direct na het contact treedt vaak jeuk op en krijgt het slachtoffer galbulten of netelroos, gevolgd door zwelling van het gezicht en de slijmvliezen van de mond en tong. Het slachtoffer wordt ernstig benauwd en heeft soms een piepende of gierende ademhaling als teken van het nauwer worden van de kleine en grotere luchtwegen. De luchtwegen kunnen dusdanig zwellen dat er een ernstige luchtwegbelemmering ontstaat en het slachtoffer niet meer kan ademen. Bij een ernstige allergische reactie is er vaak een licht gevoel in het hoofd en is het slachtoffer misselijk met braken.
| |
− |
| |
− | Als gevolg van het vrijkomen van histamine en andere stoffen in het bloed gaan bij een ernstige anafylactische reactie de bloedvaten in de huid wijd openstaan, waardoor bloed zich ophoopt in de huid en er minder bloed beschikbaar is voor de vitale organen. De huid wordt rood en warm. Het bloed zit als het ware op de verkeerde plaats, namelijk in de huid en weefsels. Hierdoor kan de bloeddruk ernstig dalen en treedt een anafylactische shock op. In tegenstelling tot de ‘gewone’ shock als gevolg van bloedverlies is de huid niet bleek en klam, maar juist rood en warm.
| |
− |
| |
− | Personen van wie bekend is dat zij een ernstige allergie hebben voor bepaalde allergenen wordt geadviseerd om deze allergenen strikt te vermijden, bijvoorbeeld door een aangepast dieet of het voorkomen dat zij gestoken worden door insecten. Wanneer ze toch een allergische reactie krijgen is snelle hulp gewenst. De huisarts of specialist schrijft dan een speciale pen voor, zoals de EpiPen of AnaPen, waarmee men een eenvoudig een dosis adrenaline kan toedienen. Adrenaline is een lichaamseigen hormoon dat zorgt voor het samentrekken van bloedvaatjes in de huid waardoor het bloed wordt teruggeleid naar de vitale organen en zo de anafylactische shock vermindert en de zwelling van de huid en slijmvliezen doet afnemen. De eerstehulpverlener kan het slachtoffer helpen met het toedienen van deze injectie. De injectie werkt echter maximaal 10-15 minuten dus er moet altijd zo snel mogelijk professionele hulp worden ingeschakeld. Soms moet de injectie nog een keer herhaald worden. De ambulancedienst zal het slachtoffer zuurstof en extra medicijnen toedienen die de allergische reactie verminderen en de ontstekingsreactie die optreedt tegengaan.
| |
− |
| |
− | Besluit
| |
− | Allergieën en allergische reacties zijn er in verschillende soorten, variërend van mild tot levensbedreigend. Voor de eerstehulpverlener is van groot belang dat hij een ernstige allergische (anafylactische) reactie tijdig herkent en hulp inschakelt. Iedere minuut telt, want hoe eerder het slachtoffer zijn medicijnen krijgt, des te groter is de kans dat hij het overleeft. Bij de eenvoudigere allergieën zoals hooikoorts kan de eerstehulpverlener weinig doen, behalve het slachtoffer adviseren rust te nemen en contact op te nemen met de huisarts.
| |
− |
| |
− |
| |
− |
| |
− | Tabel 1. Klachten bij hooikoorts
| |
− | Jeuk in de neus, loopneus of verstopte neus
| |
− | Tranende, brandende of jeukende ogen
| |
− | Benauwdheid, soms piepende ademhaling
| |
− | Niezen
| |
− |
| |
− | Tabel 2. Klachten bij een ernstige allergische reactie
| |
− | Ernstige allergische reactie (anafylaxie):
| |
− | Jeukende huiduitslag, galbulten en netelroos
| |
− | Zwelling van het gelaat, de lippen en de tong
| |
− | Benauwdheid, kortademigheid
| |
− | Piepende of gierende ademhaling
| |
− | Misselijkheid en braken
| |
− | Duizeligheid, licht in het hoofd
| |
− | Buikpijn of pijn op de borst
| |
− |
| |
− | Anafylactische shock:
| |
− | Rode warme huid, soms droog, soms bezweet
| |
− | Bewustzijnsstoornissen
| |
− | Snelle weke pols
| |
− | Snelle ademhaling
| |
− | Hevige angst
| |
− |
| |
− | Tabel 3. Eerste hulp bij allergische reacties
| |
− | Hooikoorts
| |
− | Adviseer het slachtoffer om naar binnen te gaan
| |
− | Geef eventueel een fris nat washandje
| |
− | Adviseer het slachtoffer om naar de huisarts te gaan
| |
− |
| |
− | Ernstige allergische reactie en anafylaxie
| |
− | Waarschuw zo snel mogelijk 112 en meld dat het om anafylaxie gaat
| |
− | Help het slachtoffer met het gebruiken van de EpiPen of AnaPen
| |
− | Leg het slachtoffer plat neer, bij bewusteloosheid in de stabiele zijligging
| |
Het lichaam komt meestal in contact met het allergeen via de slijmvliezen van de mond, neus of ogen. Ook via de huid kunnen allergenen het lichaam binnenkomen. Bekende allergenen in de voeding zijn bijvoorbeeld noten, pinda's, schaaldieren en sommige vruchten. Bij hooikoorts en astma is er vaak een allergische reactie op gras- of boompollen, of op huistofmijt of haren van honden of katten.
Wanneer het lichaam voor de tweede keer in contact komt met het allergeen wordt het allergeen opgevangen door antistoffen, speciale eiwitten in het bloed en weefsel die een bepaalde stof kunnen herkennen. Deze antistoffen vormen wanneer zij in aanraking zijn gekomen met het allergeen speciale complexen die op mestcellen gaan zitten. Het contact tussen mestellen en het antistofcomplex zorgt ervoor dat de mestcellen stoffen gaan afgeven in de bloedbaan en het weefsel. Deze stoffen zijn onder andere histamine en diverse andere stoffen die invloed hebben op het afweersysteem en de bloedvaten. Histamine is een krachtige stof die onder andere zorgt voor verhoogde doorbloeding van de slijmvliezen, zwelling van de slijmvliezen, toename van de vochtafscheiding in de slijmvliezen en het optreden van jeuk.
Het is niet duidelijk waarom sommige mensen wel en andere geen allergie ontwikkelen voor een bepaalde stof. Er zijn ook stoffen die een allergische reactie op kunnen wekken zonder dat er eerder contact is geweest met die stof. Voorbeelden hiervan zijn insectengif, sommige medicijnen en röntgencontrastmiddelen. Bij de eerste blootstelling kan dan al een (hevige) allergische reactie optreden.
De verschijnselen van een allergie kunnen lokaal optreden, zoals een jeukende bult of jeukende ogen bij hooikoorts, of zoals bij een anafylactische reactie in het gehele lichaam.