Non-rebreathing mask: verschil tussen versies
[gecontroleerde versie] | [gecontroleerde versie] |
Regel 14: | Regel 14: | ||
Een '''non-rebreathing mask''' is een masker dat gebruikt wordt over mond en neus om [[zuurstof]] toe te dienen. De naam is afkomstig van het werkingsmechanisme: uitgeademde lucht wordt niet opnieuw ingeademd, omdat in het masker ventielen zitten die ervoor zorgen dat er lucht wordt ingeademd met een hoge concentratie [[zuurstof]] vanuit het zakje (reservoir) en dat de uitgeademde lucht het masker verlaat, zodat deze niet opnieuw wordt ingeademd. Hiermee wordt bereikt dat men per ademteug een grotere concentratie zuurstof inademt dan in de buitenlucht aanwezig is. Aan het masker is een reservoir (een zakje) bevestigd waarin zich zuurstof ophoopt, dat bij inademing vanuit het reservoir in de longen van het slachtoffer gezogen wordt. Na inademing vult het zakje zich opnieuw voor de volgende ademteug. | Een '''non-rebreathing mask''' is een masker dat gebruikt wordt over mond en neus om [[zuurstof]] toe te dienen. De naam is afkomstig van het werkingsmechanisme: uitgeademde lucht wordt niet opnieuw ingeademd, omdat in het masker ventielen zitten die ervoor zorgen dat er lucht wordt ingeademd met een hoge concentratie [[zuurstof]] vanuit het zakje (reservoir) en dat de uitgeademde lucht het masker verlaat, zodat deze niet opnieuw wordt ingeademd. Hiermee wordt bereikt dat men per ademteug een grotere concentratie zuurstof inademt dan in de buitenlucht aanwezig is. Aan het masker is een reservoir (een zakje) bevestigd waarin zich zuurstof ophoopt, dat bij inademing vanuit het reservoir in de longen van het slachtoffer gezogen wordt. Na inademing vult het zakje zich opnieuw voor de volgende ademteug. | ||
− | Een non-rebreathingmask wordt aangesloten op een zuurstofvoorziening, zoals een wandcontact of een zuurstoffles. Om het reservoir goed te laten vullen is een zuurstofflow van tenminste 10 liter per minuut nodig. Doorgaans wordt een non-rebreathingmask gebruikt met een flow van 12 tot 15 liter zuurstof per minuut. Hier mee wordt een hoge inspiratoire zuurstofconcentratie bereikt. | + | Een non-rebreathingmask wordt aangesloten op een zuurstofvoorziening, zoals een wandcontact of een zuurstoffles. Om het reservoir goed te laten vullen is een zuurstofflow van tenminste 10 liter per minuut nodig. Doorgaans wordt een non-rebreathingmask gebruikt met een flow van 12 tot 15 liter zuurstof per minuut. Het masker moet goed afsluiten rond mond en neus zodat er zo min mogelijk lekkage optreedt en om er voor te zorgen dat er zoveel mogelijk zuurstof uit het reservoir wordt ingeademd. Hier mee wordt een hoge inspiratoire zuurstofconcentratie (FiO2) bereikt. |
Voor kinderen zijn kleinere maskers beschikbaar die goed rondom mond en neus afsluiten. | Voor kinderen zijn kleinere maskers beschikbaar die goed rondom mond en neus afsluiten. |
Huidige versie van 12 mrt 2012 om 16:47
Auteur: Pim / Supervisor: Pim / Co-auteur: [[]] / Niveau: Gevorderd/Expert / Paginastatus: Concept. Laatste bewerking: Pim. Zie ook Handleiding. Eerste Hulp Wiki zoekt schrijvers! Schrijf jij ook mee? |
Voorbehouden of risicovolle handeling |
---|
Deze vaardigheid valt onder de voorbehouden of risicovolle handelingen. Deze valt niet binnen de standaard vaardigheden van de Eerste Hulp. |
Een non-rebreathing mask is een masker dat gebruikt wordt over mond en neus om zuurstof toe te dienen. De naam is afkomstig van het werkingsmechanisme: uitgeademde lucht wordt niet opnieuw ingeademd, omdat in het masker ventielen zitten die ervoor zorgen dat er lucht wordt ingeademd met een hoge concentratie zuurstof vanuit het zakje (reservoir) en dat de uitgeademde lucht het masker verlaat, zodat deze niet opnieuw wordt ingeademd. Hiermee wordt bereikt dat men per ademteug een grotere concentratie zuurstof inademt dan in de buitenlucht aanwezig is. Aan het masker is een reservoir (een zakje) bevestigd waarin zich zuurstof ophoopt, dat bij inademing vanuit het reservoir in de longen van het slachtoffer gezogen wordt. Na inademing vult het zakje zich opnieuw voor de volgende ademteug.
Een non-rebreathingmask wordt aangesloten op een zuurstofvoorziening, zoals een wandcontact of een zuurstoffles. Om het reservoir goed te laten vullen is een zuurstofflow van tenminste 10 liter per minuut nodig. Doorgaans wordt een non-rebreathingmask gebruikt met een flow van 12 tot 15 liter zuurstof per minuut. Het masker moet goed afsluiten rond mond en neus zodat er zo min mogelijk lekkage optreedt en om er voor te zorgen dat er zoveel mogelijk zuurstof uit het reservoir wordt ingeademd. Hier mee wordt een hoge inspiratoire zuurstofconcentratie (FiO2) bereikt.
Voor kinderen zijn kleinere maskers beschikbaar die goed rondom mond en neus afsluiten.
Het toedienen van zuurstof is een handeling die niet standaard tot de vaardigheden in de Eerste Hulp behoort. Eerstehulpverleners kunnen zuurstof toedienen nadat zij een aanvullende cursus gevolgd hebben.
Zie ook: Toediening van zuurstof.