|
|
Regel 1: |
Regel 1: |
− | Bij ernstige ongevallen kan een Mobiel Medisch Team (MMT) worden gealarmeerd. Het team bestaat uit
| + | |
− | minimaal een arts (anesthesist of chirurg) en een verpleegkundige. Afhankelijk van het vervoermiddel
| |
− | eventueel aangevuld met een chauffeur bij het grondgebonden MMT of een piloot met
| |
− | het helikoptergebonden MMT. De arts is opgeleid om eerste hulp te verlenen buiten het ziekenhuis in
| |
− | alle omstandigheden. Op deze manier kan vroegtijdig gestart worden met specialistische medische
| |
− | behandeling, die anders pas in het ziekenhuis kan plaatsvinden. Het MMT ondersteunt de
| |
− | ambulancemedewerkers bij het stabiliseren van de patiënten zodat ze vervoerd kunnen worden.
| |
− | Indicaties voor de inzet van een MMT zijn onder andere: grote ongevallen, neurologisch letsel,
| |
− | assistentie bij (kinder)reanimatie, noodzaak tot verslapping en intubatie, ernstig thoraxletsel, ongeval
| |
− | met beknelling (verkeer/bedrijf) enzovoorts. MMT-artsen kunnen en mogen op straat handelingen
| |
− | verrichten waar de ambulanceverpleegkundige niet bevoegd voor is, zoals het sederen en verslappen
| |
− | van patiënten, het inbrengen van een thoraxdrain en het verrichten van operatieve ingrepen. Daarnaast
| |
− | heeft het MMT veel meer ervaring in de opvang en behandeling van ongevalsslachtoffers en kinderen.
| |
− | Een MMT werkt vanuit één van de 11 traumacentra in Nederland. Alle 11 MMT's kunnen beschikken
| |
− | over een voertuig, 4 locaties beschikken ook over een helikopter: de zogenaamde Lifeliner of
| |
− | traumahelikopter. Dit zijn het UMC St Radboud in Nijmegen, VUmc in Amsterdam, Erasmus MC in
| |
− | Rotterdam en UMC Groningen. Deze helikopter wordt primair gebruikt om de MMT-arts naar de plek van
| |
− | het ongeval te vervoeren. Patiënten worden alleen bij significante tijdwinst per helikopter vervoerd.
| |