Gebroken sleutelbeen
Een gebroken sleutelbeen, sleutelbeenbreuk of claviculafractuur is een veelvoorkomend schouderletsel, dat met name bij sporters gezien wordt. Berucht zijn mountainbikers en motorcrossers. Een sleutelbeenbreuk is meestal een indirecte breuk, dat wil zeggen dat de kracht die tot de breuk leidde niet rechtstreeks op het bot werd uitgeoefend, maar voortgeleid werd door een keten botten. Bij een val op een naar de zijkant gestrekte arm of op de elleboog, wordt de kracht voortgeleid via de botten in de arm naar het zwakste punt, het sleutelbeen, dat de kracht niet aankan en breekt. Soms breekt het sleutelbeen wel door een directe kracht, zoals bij een val op de schouder.
Soms is het in het veld moeilijk om te kijken of er sprake is van een sleutelbeenfractuur, of dat er sprake is van een ander schouderletsel, zoals een AC-ontwrichting of een schouderontwrichting.
Symptomen
- Er is pijn in de schouder en het sleutelbeen en het slachtoffer ondersteunt de arm.
- De schoudercontour is veranderd ten opzichte van de andere zijde. Vergelijken!
- Meestal is er een bult te zien op het sleutelbeen, of is er een 'trapje' (hoogteverschil) te voelen in het sleutelbeen.
- Het slachtoffer houdt het hoofd iets gebogen in de richting van de aangedane schouder. Hierdoor vermindert de spierspanning aan het sleutelbeen en is er minder pijn. Het slachtoffer zal het hoofd echter niet willen bewegen omdat dit opnieuw pijn geeft door aanspannen van de spieren.
- Soms is er sprake van een open botbreuk, waarbij het sleutelbeen door de huid geprikt heeft. Dit komt echter niet vaak voor. Wel wordt soms gezien dat de huid ter plaatse van de breuk wit verkleurt. Dit is een teken dat de doorbloeding van de huid in gevaar komt en een reden om snel naar de spoedeisende hulp te gaan.
Eerste Hulp
De eerste hulp bij een sleutelbeenbreuk bestaat uit het stabiliseren van de botbreuk, door het aanleggen van een brede das. De brede das zorgt ervoor dat de elleboog iets naar beneden hangt waardoor er minder druk is op de breuk en de pijn vermindert. Het slachtoffer wordt doorverwezen naar de Spoedeisende hulp.
Op de Spoedeisende hulp wordt een foto gemaakt om te bevestigen dat het sleutelbeen gebroken is en om te kijken hoe de stand van het bot is. Meestal hoeft een sleutelbeenbreuk niet geopereerd te worden en wordt het slachtoffer behandeld met een sling of shoulderimmobilizer.
Het aanleggen van een ranselverband is niet meer van deze tijd en behoort in de eerste hulp niet meer toegepast te worden.