Sinusritme
Auteur: Pim / Supervisor: Pim / Co-auteur: [[]] / Niveau: Beginner / Paginastatus: Incompleet. Laatste bewerking: Pim. Zie ook Handleiding. Eerste Hulp Wiki zoekt schrijvers! Schrijf jij ook mee? |
Het sinusritme is het normale ritme van het hart en is bij de meerderheid van de gezonde mensen aanwezig. Het sinusritme is een regelmatig (regulair) hartritme, dat wil zeggen dat het interval tussen iedere slag min of meer gelijk is. De normale hartfrequentie bij een sinusritme bij een volwassene in rust is ongeveer 60-80 slagen per minuut. Wanneer het het hartritme vertraagt tot minder dan 60 slagen per minuut spreken we van een bradycardie, bij meer dan 100 slagen per minuut van een tachycardie.
De hartfrequentie van een sinusritme kan wat variëren tijdens de ademhaling en soms lijkt deze bij het voelen van de polsslag even onregelmatig doordat er (onschuldige) extra slagen (extrasystole) optreden.
Aansturing van het sinusritme
Het normale hartritme of sinusritme wordt aangestuurd vanuit de sinusknoop, een groepje gespecialiseerde hartspiercellen gelegen in te top van de rechterboezem (rechter atrium). Deze speciale cellen geven ritmisch een elektrische puls af, met een frequentie van ongeveer 60 keer per minuut. Doordat hartspiercellen elektrische signalen kunnen geleiden wordt deze elektrische prikkel voortgeleid door het hart. Het verspreiden van de puls wordt ook wel depolarisatie genoemd. Op het moment dat de elektrische prikkel de hartspiercel bereikt zal deze samentrekken. In het hart gebeurt dit op een georganiseerde manier, als een soort 'olievlek' waardoor een georganiseerd samentrekken optreedt en de boezems en kamers samentreken en er een pompbeweging ontstaat die het bloed laat stromen.
Het sinusritme ontstaat in de sinusknoop in de rechter boezem en wordt voortgeleid over de hartspiercellen in de boezems. De elektrische prikkels doven uit op het moment dat zij bij weefsels komen die niet geleiden. Dit gebeurt op de overgang tussen de boezems en de kamers, de bindweefselplaat die hier tussen ligt geleidt geen elektrische prikkels. In deze weefselplaat is echter wel een groepje gespecialiseerde cellen aanwezig die het signaal op kunnen vangen en door kunnen geven richting de kamers, namelijk de AV-knoop of atrioventriculaire knoop. In de AV-knoop wordt de elektrische prikkel een 100ste seconde vertraagd. Vanaf de AV-knoop gaat de elektrische prikkel verder naar de kamers via een gespecialiseerde bundel van zenuwcellen, de bundel van His genaamd. De bundel van His ligt in het septum, de gespierde tussenwand tussen de rechter- en de linkerkamer. De geleiding van de elektrische prikkel in de bundel van His verloopt vele malen sneller dan die over het normale spierweefsel. De bundel splitst zich in twee takken, de linker en de rechter die respectievelijk de linker en rechterkamer aansturen. Deze prikkel zorgt voor het samentrekken van de kamers en daarmee met het pompen van bloed vanuit het hart naar de kleine en grote circulatie.
De frequentie van de pulsaties in de sinusknoop is in rust tussen de 60-80 slagen per minuut. Als echter de zuurstofvraag in het lichaam toeneemt, bijvoorbeeld door inspanning, dan zal de hartfrequentie onder invloed van hormonen (adrenaline en noradrenaline) en zenuwsignalen toenemen. Hierdoor kan het hart meer bloed rondpompen. Bij sporters kan de hartfrequentie in rust onder de 60 slagen per minuut liggen, als gevolg grotere capaciteit van de hartspier door intensieve training.