Insectensteken komen veelvuldig voor en worden meest veroorzaakt door muggen, mieren, wespen, bijen en hommels. Voor informatie over tekenbeten zie [[Tekenbeet]] De meeste insecten (met uitzondering van muggen) steken uit zelfverdediging. Wespen kunnen meerdere keren steken; bijen slechts 1 keer, daarom zullen deze ook niet snel steken. Bij een steek wordt een kleine hoeveelheid gif via het steekapparaat (de angel) in het lichaam gepompt. Alleen vrouwtjes-insecten kunnen steken. De angel is oorspronkelijk ontwikkeld als legboor om eitjes te leggen, maar is later doorontwikkeld tot angel met gifklieren. Op de plaats van de steek ontstaat een [[ontstekingsreactie]] die gekenmerkt wordt door roodheid, zwelling, warm en pijn. Vaak is er ook sprake van jeuk.