De kleinste onderdelen van de longen zijn de longblaasjes. Om de longblaasjes heen lopen haarvaatjes (capillairen) Zuurstof uit de lucht wordt in de longblaasjes afgegeven aan de haarvaatjes en wordt dan door het lichaam gepompt. Koolstofdioxide wordt vanuit het bloed via de haarvaatjes afgegeven aan de longblaasjes en verlaat dan met de ademhaling het lichaam. Dit wordt gasuitwisseling (respiratie) genoemd.
De longen worden omgeven door de longvliezen (pleurapleurae). Tussen de vliezen zit een ruimte gevuld met vocht. Tijdens de ademhaling bewegen de membranen longvliezen langs elkaar. In de tussenruimte heerst een onderdruk waardoor de longen met lucht gevuld blijven. Als er lucht in de tussenruimte komt, valt de onderdruk weg en klapt de long in elkaar: [[klaplong]].
==Ademhalingsspieren==