===Afwijkingen in de Breathing===
Zuurstof is essentieel om in leven te blijven en als het lichaam niet voldoende zuurstof binnen krijgt zal het alle zeilen bijzetten om toch voldoende zuurstof op te nemen. De [[ademfrequentie]] (het aantal ademhalingen per minuut) neemt toe, de ademhalingen ([[ademteugen]] worden dieper en er wordt gebruik gemaakt van de hulp[[ademhalingsspieren]]. Ook wanneer om een andere reden de zuurstofbehoefte toeneemt, zoals bij inspanning of ziekte, worden bovenstaande mechanismen ingezet. Voor een volwassen persoon is een [[ademfrequentie]] van 12-16 keer per minuut in rust normaal. Bij inspanning kan dit flink toenemen en bij staken zal deze snel weer zakken naar de normale frequentie. Een snelle ademhaling in rust, bij iemand die acuut ziek is of een ongeval heeft doorgemaakt is een teken van ademhalingsproblemen en een verhoogde zuurstofbehoefte. Echter, ook een te langzame [[ademfrequentie]] (<10/min) is een alarmsignaal. Door uitputting of onderdrukking van het ademcentrum kan de frequentie en de diepte van de ademhaling afnemen, waardoor het zuurstoftekort verder toeneemt, zonder dat het lichaam dat nog kan compenseren.
<br>
Indien de ademhaling zeer snel wordt, zullen ook de ademteugen afnemen en treedt een minder efficiënte ademhaling op. Er kunnen ook veranderingen in het patroon van de ademhaling zijn. Bijvoorbeeld een wisseling van het [[teugvolume]], de diepten van de ademhaling. Soms oppervlakkig, soms diep. Ook de ademfrequentie kan wisselen.
<br><br>
Als door veranderingen in de ademhaling de longen minder zuurstof in het bloed kunnen opnemen, zal dit leiden tot een afname van de [[zuurstofverzadiging]] (of [[saturatie]]) van het bloed. Dit leidt tot chemische veranderingen in het bloed en aan het [[hemoglobine]] molecuul. Waar zuurstofrijk (slagaderlijk) bloed helderrood is, zal het donkerrood worden. Dit is ook te zien aan de kleur van de huid en slijmvliezen. Er treedt [[cyanose]] op, ofwel: de slijmvliezen worden grauwig blauw door de lage verzadiging van zuurstof in het bloed. Indien dit in de lippen, tong en mond optreedt spreken we over [[centrale cyanose]]. [[Cyanose]] van de vingers, handen en voeten wordt [[perifere cyanose]] genoemd.
<br><br>
Zuurstoftekort leidt behalve tot [[cyanose]] ook tot onrust en irritatie bij het slachtoffer en kan leiden tot stoornissen in het [[bewustzijn]].
<br><br>
De afwezigheid van ademhaling wordt [[apneu]] genoemd. Hierbij zijn er geen ademhalingen waarneembaar bij het kijken, luisteren en voelen bij de mond en zijn er geen ademhalingsbewegingen. Dit kan veroorzaakt worden door een blokkade van de luchtweg, maar ook door uitvallen van de aansturing door het ademcentrum of de zenuwen.
Aanwijzingen voor stoornissen in de ademhaling:
* Te snelle [[ademfrequentie]]
* Te langzame [[ademfrequentie]]
* Ondiepe [[teugvolume|ademteugen]] ([[hypoventilatie]])
* Diepe [[teugvolume|ademteugen]] ([[hyperventilatie]])
* Onregelmatige ademhaling en [[teugvolume]]
* Gebruik van hulp[[ademhalingsspieren]]
* [[Centrale cyanose]]
* Afwezigheid van ademhaling
Alle mensen hebben zuurstof nodig, en als het lichaam niet genoeg zuurstof binnen krijgt zal het proberen zo veel mogelijk lucht de longen in te krijgen. Dit is te merken aan een hoge ademfrequentie, diepe ademhalingen en het gebruik van de hulpademhalingsspieren. Let op dat een uitgeput slachtoffer nog slechts zeer oppervlakkig adem haalt, en niet iedere respiratoire insufficiëntie gepaard gaat met een hoge ademfrequentie. Als dit niet voldoende is, en de patiënt krijgt nog steeds niet voldoende zuurstof binnen, zal dat ook te zien en te meten zijn aan de patiënt. De vingertoppen en lippen van de patiënt kleuren blauw (cyanose) en de saturatie daalt. Normaal ligt deze tussen de 95 en 100% (het aantal rode bloedcellen waaraan zuurstof is gebonden), maar een saturatie onder de 90% is een duidelijke aanwijzing van een tekort aan zuurstof. Een patiënt met een respiratoire insufficiëntie (een niet voldoende ademhaling) kan zuurstof toegediend krijgen ter ondersteuning, of afhankelijk van de reden van de insufficiëntie, medicatie. Tot slot: als het lichaam de ademhalingsfrequentie te ver probeert op te schroeven, zal de ademhaling steeds minder effectief worden omdat de ademteugen kleiner worden. Na verloop van tijd zal de ademhaling zelfs effectief stoppen omdat er alleen lucht in de dode ruimte (de lucht in de trachea) heen en weer bewogen wordt. Een groter probleem is een patiënt die helemaal geen adem meer haalt (apneu). Hier kunnen verschillende redenen voor zijn. Allereerst moet de airway gezekerd worden, wat betekent dat een patiënt geïntubeerd wordt als er met een kinlift/jawthrust geen ademhaling op gang komt. Andere redenen voor apneu kunnen zijn: een circulatiestilstand, een spanningspneumothorax of een neurologische aandoening. De spanningspneumothorax en de intubatie worden nader toegelicht in het onderdeel ALS assistentie op pagina 31.
{| class="wikitable"