Cookies help us deliver our services. By using our services, you agree to our use of cookies.

Wijzigingen

Ga naar: navigatie, zoeken

Inleiding in de ABCDE methode

2.175 bytes toegevoegd, 22 mrt 2011 16:52
geen bewerkingssamenvatting
aangepaste versie van het ATLS-protocol. In de rest van dit hoofdstuk wordt de werking van dit protocol
verder uitgelegd.
 
 
Hoe werkt een protocol?
Een protocol is een gestructureerd algoritme om vitale functies bij een slachtoffer na te lopen en om
letsels in kaart te brengen. Een belangrijke regel die we in acht nemen bij het volgen van een protocol
is: ‘Treat First what Kills First’, wat inhoudt dat wat hoger in het protocol staat voor alles gaat wat er na
komt. Een voorbeeld:
5BOSA2 – Vaardigheden Acute Geneeskunde 29
Een EHBO-er komt bij een slachtoffer dat een obstructie in de luchtweg heeft doordat een aardappel in
de luchtpijp is geschoten. Volgens het ABCDE protocol is dit een probleem in de Airway, want de
luchtweg is niet vrij. Voordat verder wordt gegaan met Breathing, moet eerst de stoornis in de Airway
worden opgeheven. Pas als de luchtweg vrij is wordt er gekeken naar de ademhaling.
Zoals uit bovenstaand voorbeeld blijkt, mag er pas naar een volgende stap in het protocol gegaan
worden als alle stoornissen in de huidige stap zijn opgeheven en deze veiliggesteld is.
Meestal wordt een protocol weergegeven in een beslisschema, waarin de
essentie van een protocol wordt weergegeven. Rechts van deze tekst is
een opzet weergegeven van een dergelijk beslisschema. Het grote blok
met een dikke zwarte rand geeft een onderdeel van het protocol weer,
zoals bijvoorbeeld Breathing. Het kleine rechthoekige blok geeft een
opdracht weer, zoals ‘Controleer de ademhaling’. Zodra deze opdracht is
uitgevoerd, volgt men de peil naar het volgende punt in het schema, in dit
geval een ruit, die een vraag of voorwaarde weergeeft. Vanaf deze ruit zijn
twee of meer wegen mogelijk, afhankelijk van het antwoord op de vraag of
voorwaarde.
Een rechthoekvorm met een golvende lijn geeft een verwijzing naar een
subprotocol waarin bijvoorbeeld een aantal afwegingen worden gemaakt
voor een bepaalde aandoening. Wanneer het protocol je langs een
dergelijk subprotocol leidt, word je gevraagd om die aandoeningen aan
de hand van je kennis of een subprotocol te overwegen. In de meeste
gevallen verwijst een pijl van een subprotocol weer terug naar het
DRS.ABCDE protocol, zodat je verder kunt op het punt waar je het
protocol verliet.
5BOSA2 – Vaardigheden 30 Acute Geneeskunde

Navigatiemenu