Om de symptomen snel te kunnen herkennen kan gebruik worden gemaakt van de Be FAST-test.
'''Be Fast'''
* '''Face: (gezicht):''' vraag het slachtoffer of hij zijn tanden kan laten zien en let hierbij op een eventueelscheve mond of een hangende mondhoek. Kijk ook naar hangende oogleden.* '''Arms (armen):''' vraag het slachtoffer om beide armen tegelijkertijd naar voren te strekken met dehandpalm naar boven, de ogen te sluiten en de armen omhoog te houden. Kijk of een arm niet naarbeneden zakt, rondzwalkt of wegdraait (proneert). De ogen moeten tijdens deze test gesloten blijven.* '''Speech: (spraak):''' let op veranderingen in het spreken, zoals niet meer goed uit de woorden kunnenkomen of onduidelijk spreken. Vraag aan familie/omstanders of er iets veranderd is in de spraak.
* '''Time: (tijd):''' vraag aan het slachtoffer of aan omstanders hoe lang de symptomen al bestaan.