'''Hypercapnie''' is de medische term voor een overmatig gehalte aan [[koolstofdioxide]] in het bloed. Hypercapnie ontstaat als gevolg van gestoorde [[gasuitwisseling]] in de [[longen]] of als er als gevolg van een inadequate ademhaling (slechte [[ventilatie]]) onvoldoende koolstofdioxide wordt uitgeademd.
[[Koolstofdioxide]] is een afvalproduct van onze [[stofwisseling]]. In gezonde mensen leidt hypercapnie tot toename van de ventilatie, immers is een stijgende [[koolstofdioxide]]spiegel in het bloed een prikkel voor het ademcentrum om de ademhaling te doen toenemen. Zodoende zorgt toename van de koolstofdioxide productie, samen met de verhoogde zuurstofvraag voor een toename van de ademhaling, waardoor de spiegel van koolstofdioxide in het bloed relatief constant blijft en er geen hypercapnie optreedt.
Hypercapnie is een complicatie die vaak wordt gezien bij de longziekte [[COPD]]. Als gevolg van het onvermogen om goed uit te ademen blijft er lucht achter in de longen en wordt er dus minder [[koolstofdioxide]] uitgeademd. Normaal gesproken leidt het stijgen van het koolstofdioxide gehalte in het bloed tot het versnellen van de ademhaling. Bij COPD'ers gebeurt dit echter niet omdat de hersenen als het ware 'wennen' aan het hoge koolstofdioxide gehalte, de ademprikkel zal daarom ook niet meer toenemen door [[koolstofdioxide]] maar door een [[zuurstoftekort]]. Het geven van grote hoeveelheden [[zuurstof]] ([[zuurstoftherapie]]) zorgt voor een toename van de hypercapnie, omdat zuurstof de ademprikkel remt waardoor de [[ventilatie]] van de longen afneemt en minder koolstofdioxide wordt uitgeademd.