12
bewerkingen
Wijzigingen
→Inleiding
Het eerste contact met de stroom is meestal via de huid, bijvoorbeeld door het vastpakken van een stroomdraad. Op de plaats van het eerste contact bepaalt de toestand van de huid de hoeveelheid stroom die het lichaam in gaat. Een droge huid zal een grotere weerstand opleveren dan een vochtige huid, waarbij de weerstand lager is en de stroom gemakkelijker het lichaam kan binnendringen. Ook het type stroom speelt een belangrijke rol in de schade die ontstaat: gelijkstroom geeft minder schade dan wisselstroom. Een grotere stroomsterkte geeft meer schade dan lage voltages. De stroom gaat op het punt van contact met de stroombron het lichaam in en zal het lichaam via de weg van de minste weerstand weer verlaten de grond in.
Omdat een van beide aansluitingen van een normaal electriciteitsnet aan aarde ligt zal aanraken van deze aansluiting geen gevolgen hebben, de andere aansluiting des te meer. In laboratoria, enz. komen "zwevende spanningen" voor waarbij geen van beide aansluitingen aan aarde ligt. Hierbij kan alleen gevaar optreden als beide aansluitingen gelijktijdig worden aangeraakt.
In moderne huisinstallaties is volgens voorschrift (NEN1010) altijd tenminste een aadlekschakelaar opgenomen, deze schakelt automatisch de electrirciteit electriciteit uit wanneer de de stroom door het lichaam naar aarde meer dan 30mA bedraagt. Tijdens de tweede wereldoorlog is via onmenselijke proeven bepaald wat een veilige waarde voor deze stroom door het lichaam is en deze gegevens worden nog steeds gebruikt.
===Symptomen en klachten===